Het tekstverband
doel-middel geeft aan dat je iets moet doen of moet gebruiken om een bepaald doel te bereiken.
Je kunt dit verband herkennen aan bepaalde woorden, we noemen dit signaalwoorden. Deze woorden zijn: om te, om, waarmee, door, door middel van, via, met (be)hulp van.
Voorbeeld
Door een goede cocentratie, kun je sneller je werk afmaken.
Om de zwarte band bij judo te behalen, zal je meer moeten trainen.