Het ademhalingsstelsel kan worden vergeleken met een verbrandingsmotor in een auto, zoals je deze in het vorige filmpje kon zien. Net zoals een verbrandingsmotor
brandstof nodig heeft om
energie te produceren, heeft ons lichaam zuurstof nodig om energie vrij te maken uit voedingsstoffen. De
voedingsstoffen zijn de brandstof. Ons lichaam gebruikt vooral
glucose dat door planten gemaakt wordt. De
neus en mond fungeren als de inlaatkleppen van de motor. Ze trekken lucht in, die
zuurstof bevat, vergelijkbaar met hoe de inlaatkleppen lucht in de cilinders van een motor
zuigen. De
luchtpijp kan worden vergeleken met de inlaatbuis van een motor. Het
transporteert de ingeademde lucht naar de
longen. De longen zijn als de cilinders van de motor. Ze zijn verantwoordelijk voor de eigenlijke
gasuitwisseling. Vergelijkbaar met hoe
brandstof in de cilinders wordt verbrand om
energie te produceren, neemt zuurstof in de longen deel aan een chemisch proces genaamd
ademhaling. Hierbij wordt zuurstof opgenomen in het
bloed en wordt
kooldioxide, een bijproduct van de stofwisseling ofwel verbranding, uit het bloed verwijderd. Het
diafragma (ofwel middenrif), een koepelvormige spier onder de longen, speelt een rol bij de ademhaling door de
longen uit te rekken en samen te drukken. Dit is vergelijkbaar met hoe een zuigermotor werkt. Als het middenrif samentrekt, worden de longen samengedrukt en wordt lucht uitgeademd, vergelijkbaar met de compressie- en uitlaatslag van een zuigermotor. Wanneer het middenrif ontspant, zetten de longen uit en wordt lucht ingeademd, zoals de inlaatslag van een zuigermotor. De zuurstof wordt via het bloed naar alle cellen in het lichaam vervoert.