This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
We starten in 5 minuten met de les.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Lesprogramma
A: La familia de Oscar, pagina 52 ( Geelboek)
La ventana pagina 48 Tekstboek
Werkboek:
Opdracht 1- pagina 47
Opdracht 2- pagina 47
Opdracht 3- pagina 48
C: Woordenschat, pagina 52 en pagina 131
D: Grammatica: Bezittelijke voornaamwoorden, pagina 58
E: El juego del ÁRBOL GENEALÓGICO, pagina 52
Slide 4 - Slide
La ventana digital
Tekstboek pagina 48
We gaan een stukje over kerstviering in verschillende Spaanstalige landen hebben.
Hoe in het lan Perú de oudeavond wordt gevierd.
Wat betekent El Belén?
El día de los reyes (koningen).
Typische Spaanse Kerstdessert.
Opdracht 1 t/m 4 doen we gezamenlijk.
timer
10:00
Slide 5 - Slide
Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag: Después de la clase...
R: Ken je de woordenschat van de familiestamboom.
R: Ken je het bezittelijke voornaamwoorden en mannelijk/vrouwelijk vorm.
T1: kan je vragen beantwoorden met de bezittelijke voornaamwoorden.
T1: Kan je de Spaanse de woordenschat van de familiestamboom in de zin gebruiken.
Slide 6 - Slide
Unidad: 3 Mi familia
We gaan de video bekijken van Oscar en gezamenlijk de vragen beantwoorden.
We maken de stamboom van Oscar af op pagina 47 van je werkboek.
Daarna gaan we weer een video van Oscar bekijken en maak de volgende zinnen af op pagina 47.
Op pagina 48 van je werkboekje opdracht 3 maak je de zinnen af, hierbij gebruik je de woordenlijst.
Bezittelijke naamwoorden uitleg.
Maak opdracht 8 en 9 pagina 50.
Slide 7 - Slide
La familia de oscar
Tekstboek pagina 52
Werkboek:
opdracht 1, pagina 47
opdracht 2, pagina 47
timer
10:00
Slide 8 - Slide
Woordenlijst
la mujer
el Nieto/a
el Hermano/a
el Hijo/a
el Marido
el Abuelo/a
Vertaling
De echtgenote/de vrouw
De kleinzoon/kleindochter
De broer/ de zus
de zoon/ de dochter
De man/ de echtgenoot
De opa/ de oma
Slide 9 - Slide
Opdracht 3 en opdracht 5
pagina 48/49
Slide 10 - Slide
Tekst
Opdracht 3:
A. la hija
B. el marido
C. la nieta
D. la madre
E. el abuelo
F. los padres
Opdracht 5
A. los hijos
B. las hijas
C. los hijos
D. Los hermanos
E. la hermana
F. los hermanos
G. los nietos
H. la nieta
I. los nietos
Slide 11 - Slide
Abuelo
Papá
Mamá
Hermano
Hermana
Slide 12 - Slide
Hoe noem je de familie in het Spaans?
Slide 13 - Slide
Papá
Mamá
Abuelo
Hermana
Hermano
Slide 14 - Drag question
La familia
A
De familie
B
Het familie
C
Een familie
D
Deze familie
Slide 15 - Quiz
Pronombres Posesivos
Bezittelijke voornaamwoorden
Woorden als mijn, jouw, uw en zijn zijn bezittelijke voornaamwoorden: 'Dat is mijn fiets', 'Vergeet jouw/uw tas niet! ', 'Ik houd van de herfst en zijn kleuren.
Bezittelijke voornaamwoorden geven aan dat er een bepaalde relatie is tussen een persoon, dier, ding of instantie en een zelfstandig naamwoord.
Slide 16 - Slide
Kies de juiste bezittelijk voornaamwoorden
1. Neem elke zin goed door.
2. Daarna ga je per zin de juiste bezittelijke voornaamwoord kiezen.
3. Schrijf in je schrift de juiste antwoorden op.
timer
1:00
Slide 17 - Slide
Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze
Slide 18 - Drag question
Maak opdracht 6
Vul de ontbrekende namen in de stamboom in.
Je hebt 5 minuten de tijd
timer
1:00
Slide 19 - Slide
Zet de juiste vertalingen bij elkaar
La familia
Los parientes/los padres
La madre
El padre
El hijo
La hija
De familie
De familieleden
De moeder
De vader
De dochter
De zoon
Slide 20 - Drag question
Woordenschat
p. 131
Begin alvast de woordenlijst van La familia de Óscar te leren en op te schrijven in je notitieboekje.