G2A 22 januari 2021

G3A Latijn
22 jan 2021
1 / 34
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

G3A Latijn
22 jan 2021

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Hebben jullie vragen?
  • Oefentoets (individueel)
  • óf quiz (dezelfde vragen, maar dan klassikaal)
  • Oefentoets: individueel
  • Quiz: blijf er lekker bij. 

Slide 2 - Slide

Oefentoets
  • Steek je hand op als je de oefentoets maakt.
  • Je mag je afmelden bij deze vergadering, maar het hoeft niet.
  • Zet dan wel het geluid uit.
  • Je wordt present gemeld als je de toets hebt ingeleverd.

Slide 3 - Slide

Neem tekst 9 voor je (WB p.41)

Slide 4 - Slide

Vragen bij de gelezen teksten:
Tekst 9

Slide 5 - Slide

rr.1-4

Welk woord staat er niet in de nominativus?
A
r.1 dies
B
r.2 praecones
C
r.1 festus
D
r.4 spectacula

Slide 6 - Quiz

rr.20-27

Geef een voorbeeld van een gebiedende wijs.

Slide 7 - Open question

r.27: ego

Wie is dat?
A
Marcus
B
Gaius
C
Quintus
D
Publius

Slide 8 - Quiz

r.20: tibi

Wie is dat?
A
Marcus
B
Publius
C
Quintus
D
Gaius

Slide 9 - Quiz

r.19: gladio

Wat is de grammaticale functie in de zin?
A
bijvoeglijke bepaling
B
lijdend voorwerp
C
persoonsvorm
D
bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Quiz

rr.8-13

Geef een voorbeeld van een vocativus

Slide 11 - Open question

r.17:nos

Wie zijn dit?
A
De vier vrienden
B
Publius en Quintus
C
Quintus, Publius en Gaius
D
Gaius en Quintus

Slide 12 - Quiz

r.12: Sed t/m potest

Waarom kan hij dat niet?

Slide 13 - Open question

r.18: Celado

Welke naamval wordt hier gebruikt?
A
nominativus
B
genitivus
C
dativus
D
ablativus

Slide 14 - Quiz

Het werkwoord

Slide 15 - Slide

Het imperfectum kun je herkennen aan de letters:

Slide 16 - Open question

Het perfectum kun je bij de werkwoorden op -are en -ire meestal herkennen aan de letter:

Slide 17 - Open question

De onvoltooid tegenwoordige tijd heet ook wel:

Slide 18 - Open question

Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!
'Ik fietste' zou in het Latijn in welke tijd staan?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
nominativus

Slide 19 - Quiz

'Ik fietste over straat en toen stak er een vos over!'
'stak' zou in het Latijn in welke tijd staan?
A
praesens
B
imperfectum
C
perfectum
D
nominativus

Slide 20 - Quiz

Voor het beschrijven van een toestand of een langdurige handeling in het verleden gebruikt het Latijn het:
A
imperfectum
B
perfectum
C
praesens
D
dativus

Slide 21 - Quiz

Wat is de gebiedende wijs meervoud van 'clamare'?
A
clamite
B
clamatis
C
clamate
D
clamates

Slide 22 - Quiz

Wat is de gebiedende wijs enkelvoud van 'venire'?
A
venis
B
veni
C
venite
D
ven

Slide 23 - Quiz

Geef de persoonsvormen van het ev van

amare

Slide 24 - Open question

Geef de persoonsvormen van het mv van

finire

Slide 25 - Open question

Geef alle persoonsvormen ev en mv van:

posse

Slide 26 - Open question

Is het zinnetje goed vertaald?
Antwoord ja / nee
Bij 'nee' verbeter je de fout

Slide 27 - Slide

Puer et puellae valde gaudent quod mater venit.

De jongen en het meisje zijn erg blij dat moeder komt.

Slide 28 - Open question

In arenam bestiarii leones et pantheras petebant.

In de arena vallen de dierenvechters leeuwen en panters aan

Slide 29 - Open question

Milites spectabant feminae et ridebant

De soldaten keken naar de vrouwen en lachten

Goed of fout?
Indien fout: verbeter de fout 

Slide 30 - Open question

Achtergronden

Slide 31 - Slide

Wat is hier afgebeeld? 
Waaraan zie je dat? Noem drie zaken.
Antwoord op de volgende dia.

Slide 32 - Slide

Wat is hier afgebeeld?
Waaraan zie je dat? Noem drie zaken.

Slide 33 - Open question

EINDE
Veel succes volgende week!

Als je nog vragen hebt, mag je natuurlijk mailen.

Slide 34 - Slide