oefenvragen HS 3-6

1. Tussen de nieuwe wetenschappelijke belangstelling en de Europese expansie in de 16e eeuw bestond een verband.
Licht dit verband toe door uit te leggen

- waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie bevorderde en
- waardoor de Europese expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

1. Tussen de nieuwe wetenschappelijke belangstelling en de Europese expansie in de 16e eeuw bestond een verband.
Licht dit verband toe door uit te leggen

- waardoor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling de Europese expansie bevorderde en
- waardoor de Europese expansie de wetenschappelijke belangstelling bevorderde.

Slide 1 - Slide

2. Pater Antonio Leendanus, prior van de kloosterorde van de dominicanen in Den Bosch, geeft een beschrijving van de gebeurtenissen in de stad tussen 10 en 14 oktober 1566:
De omvang van de schade is nauwelijks te schatten. Toen ambtenaren van de landvoogdes mij vroegen of die met twintigduizend gulden weer goed te maken was, kon ik daar geen ja of nee op zeggen. Bij dat alles werden ook de kloosterlingen verdreven en als ze het zouden wagen terug te keren, dan werden ze gedood. Zo was het besloten ten aanzien van de franciscanen en dominicanen: de stad uit en nooit meer in! Hun kloosters zouden een wereldlijke bestemming krijgen, dat van de franciscanen was bestemd tot groentemarkt, dat van de dominicanen tot vleeshal en markt voor runderen en ander vee.


Slide 2 - Slide

Een bewering: de gebeurtenissen in Den Bosch in 1566 passen bij verschillende conflicten in de zestiende eeuw.
Ondersteun deze bewering door:
- uit te leggen bij welk godsdienstig conflic deze gebeurtenissen passen en
- uit te leggen aan welk politiek conflict in de Nederlanden deze gebeurtenissen bijdragen.

Slide 3 - Slide

3. Leg in eigen woorden uit hoe de volgende begrippen met elkaar samenhangen:
- vroedschappen
- regenten
- de Gewestelijke Staten
- de Staten-Generaal
- de landsadvocaat (of raadspensionaris)
- de stadhouder

Slide 4 - Slide

4. Een kenmerkend aspect luidt: ' de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek'.

Wat wordt bedoeld met de bijzondere plaats in staatkundig opzicht?

Slide 5 - Slide

5. In 1603 werd de Engelse koning James I de eerste koning van Engeland, Ierland en Schotland samen. 
Enkele jaren later introduceerde hij de "Wetten van Iona'. Hierin werd bepaald dat de kinderen van de Schotse katholieke adel opgeleid moesten worden op Engelstalige protestantse scholen.

Leg uit waardoor de 'Wetten van Iona' konden bijdragen aan de centralisatie van het rijk van James I.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

6. In 1633 trouwden Maerten Scoolmans en Oopjen Coppit met elkaar. Over hen zijn de volgende gegevens bekend:
1. Maerten Scoolmans was de zoon van James Scoolmans, een in Antwerpen geboren koopman die in 1591 werd geregistreerd als inwoner van Amsterdam.
2. Oopjen Coppit behoorde tot het regentengeslacht dat rijk was geworden in de handel in graan en buskruit.
3. Rembrandt krijgt de opdracht om hun huwelijksportretten te schilderen. HIj krijgt daarvoor 500 gulden, het jaarsalaris van een ervaren werkman.
4. Rembrandt portretteert hen van hoofd tot voeten, een manier van afbeelden die tot dan toe alleen gebruikt werd bij portretten van de hoge Europese adel.


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Deze gegevens over Maerten Scoolmans en Oopjen Coppit passen bij de Gouden Eeuw van de Republiek.

* Licht dit toe, door uit deze vier gegevens:
- één gegeven te kiezen en daarmee aan te geven wat de bijzondere plaats in staatkundig opzicht van de Republiek was en
- een ander gegeven te kiezen en daarmee de bloei in cultureel opzicht van de Republiek kenbaar te maken.


Slide 10 - Slide

7. Bij deze vier gegevens over Maerten Scoolmans en Oopjen Coppit passen de begrippen 'moedernegotie" en 'de Nederlandse Opstand'.
Toon het verband aan tussen:

- één van deze gegevens en de moedernegotie en
- een ander gegeven en de Nederlandse Opstand.

Slide 11 - Slide

8. Twee gegevens:

1. In 1630 veroverde de Nederlandse WIC de stad Recife in Brazilië. Rondom de stad lagen veel suikerplantages.
2. In 1637 veroverde de WIC het fort Elmina aan de kust van het huidige Ghana.

Leg uit dat de verovering van Recife de inname van Elmina wenselijk maakte.

Slide 12 - Slide

9. De invoering van militaire hervormingen verliep in de 17e eeuw in Frankrijk sneller dan in de Republiek. Dit verschil werd volgens een historicus veroorzaakt door staatkundige verschillen tussen Frankrijk en de Republiek.
Ondersteun de redenering van de historicus door

- Aan te geven op welke wijze Frankrijk bestuurd werd en te verklaren dat dit het tempo van militaire hervormingen bevorderde en

- aan te geven op welke wijze in de Republiek politieke besluiten over het leger werden genomen en te verklaren dat dit het tempo van militaire hervormingen belemmerde.

Slide 13 - Slide

10. Een declaratie (afkondiging) uit 1795 gericht tot uit hun ambt ontslagen regenten (bestuurders) van de stad Utrecht:
Het Volk van Nederland ziet op hun Bataafse grond de gewenste dag komen, de zon der vrijheid waar de Nederlandse ingezetenen de uitoefening van hun eigen en gestolen rechten willen hernemen. Rechten, waarvan zij na de afzwering van het Spaanse juk nooit de ware vrijheid hebben genoten en waarvan men slechts kan zeggen dat het despotische gezag van één naar een menigte hoofden is overgegaan. Dit ogenblik doet ons besluiten tot het veranderen van het regeringsbestuur, dat door de ware vertegenwoordigers van het volk, dat alleen het geluk en de welvaart van het volk voor ogen heeft, moet worden vervangen (...)
Het Comité eist dat u deze raadszaal onmiddellijk verlaat en naar uw woningen gaat als burgers. En als burgers zult u die totale veiligheid voor personen en bezittingen genieten waar elke burger recht op heeft.
Utrecht, 25 januari 1795, het Eerste Jaar van de Vrijheid

Slide 14 - Slide

Deze declaratie past bij het gedachtegoed van de democaratische revoluties in die tijd.
Toon dit aan.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link