W16- BIO -J2 - H - th 5 - herhaling bs 1 t/m8

Welkom bij Biologie!
Digitaal
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 45 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom bij Biologie!
Digitaal

Slide 1 - Slide

Van boek naar Digitaal
  • Schoolwerk wordt gemaakt binnen de digitale omgeving van Malmberg, omdat we nu op afstand les geven.
  • Volg het instructie filmpje en meld je aan d.m.v de klascode in de volgende dia's
  • Ervaar je problemen bij het aan melden, contact je vakdocent

Slide 2 - Slide

Let op!! selecteer: Rijswijks lyceum in plaats van vvc 
Bekijk in de volgende dia 
HET  INSTRUCTIE FILMPJE!!!

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Klascode
2H1 = 171713
2H2 = 887894
2H3 = 544925

Slide 5 - Slide

Thema 5
Erfelijkheid 
herhaling bs 1 t/m 7 

Slide 6 - Slide

Wat ga je doen? 
1, bekijk de lessonup
2, log in op de digitale omgeving van malmberg 
3, voer je klassencode in
4, maak digitaal test jezelf van bs 1 t/m 7

Slide 7 - Slide

wat gaan we herhalen:
bs 1 genotype en fenotype
bs 2 chromosomen, genen en eiwitten
bs 3 geslachtelijke voortplanting 
bs 4 mutaties 
bs 5 de evolutietheorie
bs 6 de gesch. van het leven op aarde
bs 7 biotechnologie 

Slide 8 - Slide

Bs 1

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

milieu = leefomgeving 

Slide 12 - Slide

Bs2

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Bs 3

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Bs4

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bs 5

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Bs 6

Slide 32 - Slide

Geologische tijdschaal
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het leven op aarde. 

De geschiedenis van het leven op aarde is verdeeld in tijdperken. 
Een tijdperk is een lange periode waarin veel gebeurd is. 
Bs 7

Slide 33 - Slide

Het eerste leven: In het water
De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden. Het eerste leven begon waarschijnlijk 3800 miljoen jaar geleden in het water. Dit was eencellig leven. Er was toen nog geen zuurstof in de lucht. Uit de eerste organismen ontstonden de eerste bacteriën. Een deel van die bacteriën kon zuurstof produceren. 

Eencellige organismen ontstonden ongeveer 3300 miljoen jaar geleden. Er kwam langzaam meer zuurstof in het water en in de lucht omdat in deze eencelligen fotosynthese plaatsvond. 

Ongeveer 1600 miljoen jaar geleden ontstonden de meercellige organismen
zich uit de eencelligen.
700 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste dieren. Ze ontstonden allemaal
in de oceanen en zeeën. Het waren bijvoorbeeld:
- de sponzen, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen en geleedpotigen. 

Op het land kwamen alleen bacteriën voor.

Slide 34 - Slide

Uitsterven sauriërs

Misschien heeft een enorme knal, veroorzaakt doordat een rotsblok vanuit de ruimte insloeg op aarde, er voor gezogd dat de suariërs zijn uitgestorven. 

Dit gebeurde ongeveer 65 miljoen jaar geleden. De explosie veroorzaakte grote bosbranden waardoor er een paar jaren zwarte wolken van stof en roet boven het aardoppervlak hingen. 

Het zonlicht bereikte de aarde niet meer. 
Het wat bijna donker en de temperatuur daalde sterk. 
De zoogdieren en vogels overleefden, de sauriërs stierven uit. 

Slide 35 - Slide

Stamboom van organismen

In een stamboom zie je welke organismen zich ontwikkelen uit bepaalde organismen. 

Je kunt afleiden welke groepen veel en welke weinig verwant zijn. 
verwant = familie van elkaar

Als in een stamboom een lijn niet doorloopt, is een groep dieren uitgestorven.

Slide 36 - Slide

Bs 8 Biotechnologie
Biotechnologie:
Technieken waarbij organismen worden gebruikt voor het krijgen van producten voor de mens.
Recombinant DNA- technieken: technieken waarmee nieuwe genen worden aangebracht in het DNA van een organisme. 

  - Genetische modificatie: Veranderingen aanbrengen in het DNA. 
     De mens verandert de erfelijke eigenschappen van andere soorten organismen.

  - Transgeen: Een organisme dat genetisch gemodificeerd is

Slide 37 - Slide

Biotechnologie
Bij de productie van voedingsmiddelen wordt biotechnologie gebruikt.
Gisten (eencellig schimmel) : Brood, bier en wijn 
Bacteriën  :  Yoghurt en zuurkool

Organismen worden ook gebruikt bij de productie van hormonen, smaakstoffen en geneesmiddelen.



Slide 38 - Slide

Moderne biotechnologie in de landbouw:  
Genetische modificatie: Het genotype wordt veranderd.
Genen van gewassen (planten) kunnen gemodificeerd worden. 
Hiervoor worden vaak bacteriën en schimmels gebruikt.
Soms worden ook planten of dieren gebruikt.
Zo heeft een plant bijvoorbeeld minder water, mest en 
bestrijdingsmiddelen nodig. Er wordt hiermee biobrandstof
gemaakt en compost gemaakt. Dat is beter voor het milieu.
                                                                                                                     
                                                                     -  De houdbaarheid van de oogst wordt verbeterd.
                                                                     -  Voor de groei van een gewas is minder gif nodig.
                                                                     -  Een gewas kan eigen antibiotica of schimmelwerende eiwitten aanmaken zo                                                                           is het minder vatbaar is voor plantenziekten   
                                                                     -  Het kan de vraag naar voedsel voor de groeiende wereldbevolking oplossen.
                                                                     -  Dieren kunnen sneller groeien en groter worden.     

                                             



                                       Hier zie je een aantal transgene organismen










medicijnen
Genetische modificatie kan worden gebruikt voor het bestrijden van ziekten bij mensen. De meest gebruikte methode is het produceren van medicijnen uit planten of dieren.
1
DNA
Bij genetische modificatie worden wijzigingen aangebracht in het DNA
3
direct
Hierbij worden de veranderingen DIRECT aangebracht.
Zoals je weet veranderen genotypen door voortplanting geleidelijk.
2
1997
Een gekloond schaap. Een schaap met exact hetzelfde DNA.
Hoe dat ging? zie laatste filmpje van deze les.
4

Slide 39 - Slide

Waar wordt biotechnologie gebruikt.
"De toekomst van transplantatie": 
Kweken van menselijke organen in dieren.


Bacteriën kunnen bepaalde hormonen maken die mensen
nodig hebben. Bijvoorbeeld insuline en oestrogeen.


Gentherapie
Bij gentherapie worden erfelijke aandoeningen genezen. Zonder gentherapie zijn deze aandoeningen niet te verhelpen. 
Gentherapie richt zich op mensen, er wordt een gezond gen ingebracht in sommige cellen van een ziek persoon. 
De patiënt kan op deze manier genezen van een erfelijk gebrek aan een gen. 

Slide 40 - Slide

Genetische modificatie?Nadelen
Het is duur om het toe te passen en het experiment kan mis gaan. Doordat genetische modificatie nog nieuw is, is er weinig bekend over lange termijn effecten, bijvoorbeeld over de gevolgen voor de biodiversiteit.

Genetisch gemodificeerde organismen hebben een beperkte diversiteit in dna, waardoor het risico op een pandemie onder de organismen groter wordt. Een pandemie is een ziekte dat zich wereldwijd verspreid. Een epidemie verspreid zich in een beperkt gebied of land.

Er kan iets mis gaan met de techniek, het is misschien onomkeerbaar. 

Greenpeace
voert actie tegen bepaalde biotechnologie

Slide 41 - Slide

klonen 
kolnen/ kloneren: kunstmatig voortplanten van oorganismen. Hierdoor hebben de nakomelingen hetzelfde genotype als hun ouders. 
kunstmatig: door de mens gemaakt 
klonen = ongeslachtelijke voortplanting

Slide 42 - Slide

genomics

Studie van het complete DNA. inclusief alle genen.


Hiermee kun je voorspellen hoe gezond/goed een organisme is.

Slide 43 - Slide

DNA testen

Hiermee kijkt men naar hoe de genen van een persoon zijn. 

DNA test wordt gedaan bij:

misdaadbestrijding

fraude met vlees

erfelijkheidsonderzoek

vaderschapstesten

verwantschap tussen soorten (familierelatie)

Slide 44 - Slide

log in op de digitale leeromgeving.

zie filmpje dia 3  voor uitleg 

maak: digitaal test jezelf van bs 1 t/m 7

Slide 45 - Slide