This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
les-informatie
lesdoel uitleggen / oefenen / toetsen
past bij ffRekenen mbo 2
auteur MB
datum april 2023
Slide 1 - Slide
Rekenen voorbereiding van docent
klaarleggen
-weektaak Gekoppelde grootheden
-samen>>> Gekoppelde grootheden
Slide 2 - Slide
de studievaardigheid
Leg op je tafel
- je laptop (open ffRekenen); je huiswerk
- een rekenmachine; de woordenlijst
Slide 3 - Slide
aanvulling: tijd in het dagelijks leven
24/7 vierentwintig-zeven
fulltime werken
fulltime opleiding
de werkweek - ..... dagen
de kantoor-uren
Slide 4 - Slide
tijd in het dagelijks leven
24/7 vierentwintig-zeven 24 uur elke 7 dagen v.d. week
fulltime werken 36-40 uur per week
fulltime opleiding 40 uur per week (les & huiswerk)
de werkweek 5 dagen (ma-vr)
de kantooruren 09.00-17.00 uur
Slide 5 - Slide
Hoeveel klok-uur per week heb jij ongeveer les?
timer
0:30
A
10
B
20
C
30
D
40
Slide 6 - Quiz
Je volgt nu een fulltime opleiding. Je hebt ongeveer 30 uur les. Hoeveel tijd moet je voor je huiswerk reserveren?
timer
1:00
A
1
B
2
C
5
D
10
Slide 7 - Quiz
introductie Gekoppelde grootheden
de koppeling
Het koppel loopt hand in hand.
Slide 8 - Slide
ffRekenen
Het filmpje In het echt bekijken:
- Gekoppelde grootheden
Luister-taak:
Onthoud twee voorbeelden van grootheden of maten die Fleur aan elkaar koppelt.
Hierna: uitleg - licentie aan docent koppelen - aan het werk - controle van het huiswerk
de grootheid - iets waar je aan kunt rekenen, bijv. 'lengte' of 'gewicht'.
Slide 9 - Slide
bij rekenen: per = voor één, met één, in één
ll
de huizenbouw
per jaar de haargroei
per kamer, per nacht per maand
Slide 10 - Slide
per van klein naar groot
vermenigvuldigen
boodschappen
€ 210,00 per maand
hoeveel per jaar?
1 jaar = 12 maanden
12 x € 210,00 = € 2520,00 per jaar
Slide 11 - Slide
per van groot naar klein
delen
juli 2022; bron: Nibud
Veel mensen met een kleine auto hebben per jaar
€ 4080,00 kosten. Wat kost de auto gemiddeld per maand?
1 jaar = 12 maanden
€ 4080,00 : 12 = € 340,00/maand
het Nibud - de organisatie die informatie geeft over geld-gebruik
Slide 12 - Slide
Chantal koopt dagelijks een beker koffie voor €2,25. Hoeveel geeft ze per jaar uit aan bekers koffie? Noteer ook je berekening. (met RM)
timer
2:00
Slide 13 - Open question
Wat is het verschil in kosten tussen elke dag een beker koffie thuis en onderweg?
Gemiddeld kost een beker koffie die je zelf thuis maakt € 0,30.
(prijs okt.2022)
*Als je 1 maal daags een beker koffie thuis drinkt,
dan kost dat 365 x € 0,30 = € 109,50 .
*De beker koffie buiten de deur 365 x € 2,25 = € 821,25 .
het verschil = grootste minus kleinste
821,25 - 109,50 = € 711,75
(let op: zonder € is je antwoord fout)
Slide 14 - Slide
In dit kantoor worden per werkdag 27 zakjes thee gebruikt. Hoeveel zakjes zijn dat in een werkweek? Noteer ook je berekening. (RM)
timer
2:00
Slide 15 - Open question
de verhoudingstabel (via 1 en verdubbelen)
Een bedrijf heeft vier werkdagen per week.
Per werknemer worden 35 kopieën per dag gemaakt.
Hoeveel kopieën maken 3 werknemers per werkweek?
En hoeveel kopieën maken 6 werknemers/werkweek?
perweek
-
-
aantal w.n.
1
3
6
aantal kopieën/dag
35
Slide 16 - Slide
de verhoudingstabel (via 1 en verdubbelen)
Een bedrijf heeft vier werkdagen per week.
Per werknemer worden 35 kopieën per dag gemaakt.
Hoeveel kopieën maken 3 werknemersper werkweek?
En hoeveel kopieën maken 6 werknemers/werkweek?
perwerkweek
3wn 105 x 4 = 420
6wn 210 x 4 = 840
kopieën/werkweek
aantal w.n.
1
(1x3=)3
(1x6=)6
OF 2 x 3 = 6
aantal kopieën/dag
35
35x3=105
35x6=210
OF 2 x 105 = 210
Slide 17 - Slide
Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
In 1998 was de topsnelheid
van een Formule 1 racewagen
ongeveer 370 km per uur.
Dat is ongeveer
0,103 km per seconde.
Hoeveel
meter per seconde is dat?
Slide 18 - Slide
Stap A.1 Lees en bekijk de afbeelding. Geef nog geen reactie.
Bedenk welke onbekende woorden je hier moet opzoeken.
370 km per uur =
in 1 uur 370 km
0,103 km per seconde
in 1 seconde 0,103 km
meter per seconde
in 1 seconde een aantal meter
Slide 19 - Slide
A. de opgave splitsen in info en vraag
2- Welke gegevens zijn er in de info-tekst en de afbeelding?
3- Welke gegevens zijn er in de vraag?
ongeveer 370 km per uur.
Dat is ongeveer 0,103 km per seconde.
Hoeveel meter per seconde is dat?
info
0,103 km/sec
vragen
hoeveel m/sec
>>>
Slide 20 - Slide
A4- Wat moet ik doen bij de vraag?
de vraag:
Hoeveel meter per seconde?
de taak
- lengte-maten gelijk maken
- uitrekenen hoeveel meter per seconde
Slide 21 - Slide
B. 5- nadenken over een oplossing van de vraag:
1 km = 1 x ..... = ..... m
OF
1 km = 1 x 10 x 10 x 10 = ..... m
Slide 22 - Slide
C 6- de berekeningen maken
1 km = 1 x 1000 = 1000 m
0,103 km per seconde
0,103 x 1000 = 103 meter per seconde
Slide 23 - Slide
D 7- controleren of het antwoord zou kunnen kloppen
terugrekenen naar de snelheid in km per uur (ong. 370 km/h)
103 meter per seconde
1 uur = 3600 seconden
103 x 3600 = 370 800 meter per uur
1 km = 1000 m
370 800 : 1000 = 370,800 km per uur
Slide 24 - Slide
verschillende niveaus
- Iedereen bekijkt de presentatiefilmpjes op mbo2.
(Als de rekenuitleg te makkelijk is, dan is het toch een goede oefening voor je Nederlands!)
- Vind je het heel makkelijk dan ga je meteen naar de toets. Heb je de toets gehaald, dan ga je verder oefenen op mbo3 of mbo4. (Slim als je naar een vervolgopleiding wilt!)
- Vind je het filmpje moeilijk of niet makkelijk, dan ga je de oefeningen maken.
Slide 25 - Slide
de aanvullingen in jullie online rekenprogramma
nog niet in ons programma
belangrijk voor studenten
die rekenen moeilijk vinden:
decimale getallen, negatieve getallen, handig rekenen, grote getallen