CONJUNCTUUR

Conjunctuur
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Conjunctuur

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Herverdeling overheid 
  • Rekenopgave maken
  • Introductie conjunctuur (paragraaf 9.3)
  • Verdiepende opdracht 2 - conjunctuur (classroom)
  • Afsluiting les

Slide 2 - Slide

Herverdeling overheid

Slide 3 - Slide

Waarom is de uitkering van een werkloze geen primair inkomen?

Slide 4 - Open question

Conclusies herverdelen
Denivelleren: Inkomensverdeling wordt ongelijker (dikkere buik LC)

Nivelleren:
Inkomensverdeling wordt eerlijker (dunnere buik LC)

Slide 5 - Slide

Paragraaf 9.2
Opdracht 5
Kijk naar de verhoudingen.
Dit kan met VH Tabellen 

Slide 6 - Slide

Welke begrippen hebben direct te maken met:
A
Consumptie
B
Productiefactoren
C
Toegevoegde waarde
D
Inflatie

Slide 7 - Quiz

Gisteren stond in de krant dat ons BBP met ruim 6% gaat krimpen. Noem een gevolg hiervan voor de NL burger

Slide 8 - Open question

Wat is inflatie?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

In welke fase van de economie zitten we nu?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Wat is juist over hoogconjunctuur:
A
Veel vacatures op de arbeidsmarkt
B
Lage inflatie
C
Iedereen gaat meer verdienen
D
Weinig uitkeringen

Slide 14 - Quiz

Wat is onjuist over hoogconjunctuur:
A
De aandelenkoersen zijn relatief hoog
B
Bedrijven zijn non-stop aan het werk
C
Er is meer behoefte aan migratie-werkers
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat is juist over laagconjunctuur:
A
De overheid maakt meer schulden
B
Consumenten merken er vaak weinig van..
C
Iedereen gaat minder verdienen
D
Bedrijven merken er vaak weinig van..

Slide 18 - Quiz

Hoe zou het kunnen komen dat hoogconjunctuur kan omslaan naar laagconjunctuur?

Slide 19 - Open question

Wat ga ik nu doen?
  • Afmaken opdracht Lorenzcurve
  • Opdracht 2 t/m 8 van paragraaf 9.3  

Slide 20 - Slide

Ik ga de toets keihard nailen
A
Onjuist
B
Een beetje onjuist
C
Juist
D
Juist!!!!!!!!!!!!

Slide 21 - Quiz