Les dinsdag_KERN 27_functie van een alinea.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoel KERN 27
Ik weet wat de functie is van een alinea, ik herken de signaalwoorden en ik kan uitleggen welke bedoeling een schrijver heeft met een alinea. (T2)

Slide 2 - Slide

2. Aantekeningen maken

Welke spullen?

a. Map (Cornell Methode)
b. Pennen

Slide 3 - Slide

KERN 27: Functie van een alinea
Iedere alinea in de tekst heeft een functie = rol, taak
Herken je aan functiewoorden.

Welke functies (rollen) zijn er o.a.?
  • Voorbeeld
  • Uitleg
  • Anekdote (grappig verhaal)
  • Argument
  • Oplossing
  • Reden (uitleg waarom)

Slide 4 - Slide

Alineafuncties (p.58)
  • Inleiding: je wordt nieuwsgierig gemaakt naar hele tekst.
  • Hoe? Mening schrijver, reden waarom hij schrijft, prikkelend voorbeeld, 

  • Kern: bestaat uit aantal alinea's. Meer uitleg, argumenten, .. 
  • Tussen alinea's bestaan verbanden. Let op signaalwoorden!

  • Slot: kan verschillende functies hebben.
  • Bijvoorbeeld: samenvatting tekst, conclusie, advies, verwachting toekomst. 

Slide 5 - Slide

2. Test jezelf!
Via Lessonup ( 8 vragen)

Slide 6 - Slide

Opbouw van de tekst geven, mening verwoorden, belangrijke info geven.
Advies geven, conclusie trekken, samenvatting van de tekst geven
 Opsomming geven, oorzaak en gevolg beschrijven, argumenten geven
inleiding
kern
slot

Slide 7 - Drag question

De tweede alinea vormt een toelichting bij de campagne die in de eerste alinea is geïntroduceerd. 
Aan welk signaalwoord zie je dat het om een toelichting gaat?
lees de tekst en bedenk wat het antwoord is. Op de volgende slide kun je de vraag beantwoorden.

Slide 8 - Slide

2. De tweede alinea vormt een toelichting bij de
campagne die in de eerste alinea is geïntroduceerd.

Aan welk signaalwoord zie je dat het om een toelichting gaat?

Slide 9 - Open question

Hoe hangt alinea 3 samen met de alinea’s 1 en 2? 
Hoe hangt alinea 3 samen met de alinea’s 1 en 2? 
A Er wordt in alinea 3 een tegenstelling gegeven.
B Er wordt in alinea 3 een voorbeeld gegeven.
C Er wordt in alinea 3 een reden gegeven.
D Er wordt in alinea 3 een opsomming gegeven.
Lees de tekst en bedenk wat het antwoord is. Op de volgende slide kun je de vraag beantwoorden.

Slide 10 - Slide

3. Hoe hangt alinea 3 samen met de alinea’s 1 en 2?
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
reden
D
opsomming

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

4. Welke functie vervult het slot van de alinea?

Slide 13 - Open question


5. Wanneer je besluit die iPod te kopen, kan je niet op vakantie. 

Welk verband geeft het woord wanneer aan?
A
doel-middel
B
reden/verklaring/ argument
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

6. Ik doe dat niet: ten eerste heb ik er geen zin in, ten tweede heb ik er geen tijd voor.

Wat is het tekstverband?
A
doel-middel
B
reden/argument/ verklaring
C
oorzaak/gevolg
D
opsomming

Slide 15 - Quiz

Twee of meer begrippen of meningen spreken elkaar tegen.
Er is iets gebeurd wat ervoor heeft gezorgd dat er iets anders gebeurde. 
Een samenvattend inzicht.
De belangrijkste punten uit een tekst.
Een deel van de zin geeft aan wat mag, waarvoor toestemming is gegeven.
Tegenstelling
Oorzaak-gevolg
Conclusie
Samenvatting
Voorwaarde

Slide 16 - Drag question

8. Hij was op tijd hoewel het erg glad was.

Wat geeft "hoewel" aan?
A
verklaring/reden/ argument
B
oorzaak/gevolg
C
tegenstelling
D
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

8. De voorstelling gaat niet door de hoofdrolspeler is immers ziek.

Welk verband is immers?
A
doel - middel
B
oorzaak/gevolg
C
tegenstelling
D
reden/verklaring

Slide 18 - Quiz

3. Zelfstandig werken!
Wat?
Maak vraag 1, 2, 3, 9 en 10 van KERN 27.
Tijd?
Tot einde van de les.
Eerder klaar?
Werk aan NUMO of lees in jeugdboek. 

Slide 19 - Slide

Extra uitleg bij KERN 27

Slide 20 - Slide

inleiding

Slide 21 - Slide

kern

Slide 22 - Slide

kern

Slide 23 - Slide

kern

Slide 24 - Slide

kern

Slide 25 - Slide

kern

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Leer de tekstdoelen uit je hoofd!

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link