Persoonlijk vnw als lijdend vw

Bonjour!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour!

Slide 1 - Slide



Het persoonlijk voornaamwoord als lijdend voorwerp.

Slide 2 - Slide

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Wat doe jij met je zakgeld?

Ik geef mijn zakgeld uit aan kleding.

Slide 3 - Slide

Wat is in deze zin het lijdend voowerp?
Ik geef mijn zakgeld uit aan kleding.

Ik kan dus ook zeggen:
Ik geef het uit aan kleding.



Slide 4 - Slide

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Neem je een foto?

Ja, ik neem een foto.

Slide 5 - Slide

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?
Ja, ik neem een foto.

Ik kan dus ook zeggen:
Ik neem hem.



Slide 6 - Slide

Van het NL naar het FA:
In het Nederlands vervang je dan het lijdend voorwerp door:
  • het
  • hem 
  • haar
  • ze
Dit hangt af van wat je vervangt en waardoor.

Slide 7 - Slide

Van het NL naar het FA:
In het Frans vervang je dan het lijdend voorwerp door:
  • le
  • la 
  • l'
  • les
Dit hangt af van wat je moet vervangen.

Slide 8 - Slide

Het lijdend voorwerp is:
  • mannelijk: le/l'
  • vrouwelijk: la/l'

  • les: meervoud

Slide 9 - Slide

Mannelijk lijdend voorwerp:
Tu as un livre?

un livre = mannelijk = le

Slide 10 - Slide

Vrouwelijk lijdend voorwerp:
Tu as une voiture?

une voiture = vrouwelijk = la

Slide 11 - Slide

Meervoud lijdend voorwerp:
Tu as des photos?

des photos = meervoud = les

Slide 12 - Slide

Plaats in de zin:
  • Voor de persoonsvorm
  • Voor een heel werkwoord

Slide 13 - Slide

Plaats mannelijk lijdend voorwerp.
Tu as un livre?
un livre = mannelijk = le

Oui, je le lis. (Ja, ik lees hem; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais le lire. (Ja, ik ga hem lezen; voor het hele werkwoord)

Slide 14 - Slide

Plaats vrouwelijk lijdend voorwerp.
Tu as une voiture?
une voiture = vrouwelijk = la

Oui, je la conduis. (Ja, ik rijd haar; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais la conduire. (Ja, ik ga haar rijden; voor het hele werkwoord)

Slide 15 - Slide

Plaats meervoud lijdend voorwerp:
Tu as des photos?
des photos = meervoud = les

Oui, je les prends. (Ja, ik neem ze; voor de persoonsvorm)
Oui, je vais les prendre. (Ja, ik ga ze nemen; voor het hele werkwoord)


Slide 16 - Slide

Wanneer l'?
Tu as un livre?
un livre = mannelijk = le
Tu as une voiture?
une voiture = vrouwelijk = la

Oui, je l'ai. (Ja, ik heb hem; voor klinker of stomme "h")
Oui, je l'ai. (Ja, ik heb haar; voor klinker of stomme "h")
Dus: als le of la voor een woord staat met een klinker of stomme "h".

Slide 17 - Slide

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 18 - Open question