§2.4 Rechtspraak en straffen (havo 4)

Wat is NIET waar over de bevoegdheden van de politie?
A
De politie mag je fouilleren als je verdachte bent
B
De politie kan je vragen naar je persoonlijke gegevens
C
De politie kan je staande houden: je meenemen voor verhoor
D
De politie heeft een huiszoekingsbevel nodig voor het binnentreden van een woning
1 / 21
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Wat is NIET waar over de bevoegdheden van de politie?
A
De politie mag je fouilleren als je verdachte bent
B
De politie kan je vragen naar je persoonlijke gegevens
C
De politie kan je staande houden: je meenemen voor verhoor
D
De politie heeft een huiszoekingsbevel nodig voor het binnentreden van een woning

Slide 1 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip omschrijft het feit dat de overheid zich ook aan de wet moet houden?
A
Rechtszekerheid
B
Legaliteitsbeginsel
C
Geweldsmonopolie
D
Rechtshandhaving

Slide 2 - Quiz

Legaliteitsbeginsel zorgt voor rechtszekerheid en rechtsbescherming.
Welke stelling is onjuist?
A
Poging tot overtreding is strafbaar.
B
De hoogste straf die je kan krijgen voor een overtreding is 1 jaar gevangenisstraf.
C
De Officier van Justitie is de leider van een opsporingsonderzoek.
D
Rijden onder invloed is een voorbeeld van een misdrijf.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is criminaliteit?
A
Asociaal gedrag.
B
Alle overtredingen die in de wet staan.
C
Alle misdrijven die in de wet staan.
D
Strafbare feiten die minder erg zijn.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende grondrechten is een klassiek grondrecht?
A
Recht op gelijke behandeling
B
Recht op werk
C
Recht op woonruimte
D
Recht op gezondheidszorg

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Rechtsbescherming
A
Je wordt beschermd tegen een te grote overheidsmacht
B
Je weet wat je te wachten staat als je een delict hebt gepleegd.
C
Het handhaven van de rechtsorde

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In Nederland bestaat de trias politica.
De trias politica betekent

A
de invloed van politieke partijen
B
de mensenrechten en plichten.
C
de scheiding van de politieke macht.
D
vrije en geheime verkiezingen.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Welke 3 opties heeft de Officier van Justitie na het opsporingsonderzoek?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Je kunt het verschil aangeven tussen de drie soorten rechters bij de rechtbank die in het geval van een misdrijf/overtreding recht spreken.
  • Je kunt de zeven stappen van de rechtszaak in de juiste volgorde aangeven, de personen noemen die bij elke stap aan het woord zijn, en de rol beschrijven die ze bij de rechtszaak spelen.
  • Je kunt de vier soorten straffen die de rechter op kan leggen, noemen en beschrijven.
  • Je kunt uitleggen wat het betekent dat een straf voorwaardelijk of onvoorwaardelijk wordt opgelegd.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Verloop strafzaak
https://vanrechtszaaknaaruitspraak.tools.prodemos.nl/

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Waarom straffen we? Wat willen we daarmee bereiken?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Programma
  • Huiswerk nakijken 
  • Theorie



  • Werken aan je PO


  • Je kunt de vier soorten straffen die de rechter op kan leggen beschrijven en toepassen.
  • Je kunt uitleggen wat het betekent als een straf voorwaardelijk of onvoorwaardelijk wordt opgelegd.
  • Je kunt uitleggen waarom we straffen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welk grondrecht is een sociaal grondrecht?
A
Verbod op discriminatie
B
Recht op privacy
C
Stemrecht
D
Vrijheid van onderwijs

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions