M4 Herhalingsles H3

Herhaling H3
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling H3

Slide 1 - Slide

Belangrijke onderwerpen en vaardigheden           1/2
3.1
  • Productiefactoren 
  • Bedrijfskosten, verschil vaste en variabele kosten 
  • Kostprijs per product 
  • Berekenen verkoopprijs en consumentenprijs
    en btw
  • MVO 
  • Investering 
  • Afschrijving 


3.2
  • Hoe bereken je het bruto- en nettoresultaat?
  • Wat is arbeidsproductiviteit en hoe bereken je het? 
  • Wat is de productiecapaciteit van een bedrijf?

Slide 2 - Slide

Belangrijke onderwerpen en vaardigheden          2/2
3.3
  • Hoe beïnvloeden
    vraag- en aanbod elkaar?
  • Hoe kun je vraag- en aanbod in een grafiek weergeven
    ? (evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid)
  • Hoe kan de overheid de markt beïnvloeden
    ?


3.4
  • Marktaandeel
  • Hoe proberen producenten hun marktaandeel te vergroten?
  • De kenmerken en verschillen van de marktvormen benoemen.
  • Wat is het verschil tussen een homogeen en heterogeen goed?

Slide 3 - Slide

Productiefactoren

Slide 4 - Slide

Bedrijfskosten

Slide 5 - Slide

Kostprijs per product
Kostprijs per product = alle bedrijfskosten* : aantal producten
* alle bedrijskosten zijn de vaste en de variabele kosten

Slide 6 - Slide

MVO
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: bedrijven houden steeds meer rekening met de gevolgen voor mens en milieu.

Slide 7 - Slide

Investeren
Investeren is het kopen van nieuwe kapitaalgoederen
(bijv. een tractor).

Slide 8 - Slide

Wat is afschrijven ?
NIEUW
 0 jaar
Aan vervanging toe
            10 jaar
Dat geldt ook voor veel dingen die bedrijven gebruiken...

Slide 9 - Slide

Afschrijving

Slide 10 - Slide

Brutowinstmarge
Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs

Brutowinstmarge: het bedrag dat je optelt bij de inkoopprijs om de verkoopprijs te berekenen. 

Slide 11 - Slide

Consumentenprijs

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs


verkoopprijs + btw

= consumentenprijs

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Arbeidsproductiviteit

Slide 14 - Slide

Productiecapaciteit
De productiecapaciteit is hoeveel een bedrijf maximaal kan produceren. Dit is afhankelijk van alle beschikbare kapitaalgoederen en arbeidskrachten.

Slide 15 - Slide

Vraag en aanbod
Aanbod: alles wat producenten te koop aanbieden.

Vraag: alles wat consumenten willen kopen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Marktaandeel berekenen
Het marktaandeel is de afzet van een bedrijf uitgedrukt in procenten van de totale afzet in de markt.

eigen afzet : totale afzet x 100%

Slide 18 - Slide

Marktvormen

Slide 19 - Slide

Begrippen H3
klik hier

Slide 20 - Slide

OEFENEN

Slide 21 - Slide

De huur die je moet betalen voor je bedrijfspand zijn ...
A
vaste kosten.
B
variabele kosten.

Slide 22 - Quiz

Jay heeft 5 armbandjes gemaakt. De productiekosten waren €6,75. Wat was de kostprijs per armbandje?
A
€ 1,35
B
€ 6,75
C
€ 1,75
D
€ 33,75

Slide 23 - Quiz

Wat is de consumentenprijs?
A
verkoopprijs zonder btw
B
verkoopprijs
C
verkoopprijs met btw
D
inkoopprijs

Slide 24 - Quiz

De consumentenprijs van een watermeloen is € 5,30 (inclusief 9% btw). Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 25 - Open question

De inkoopprijs van een bureaustoel is € 30. De brutowinstmarge is 70%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 26 - Open question

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
natuur
B
werk
C
arbeid
D
kapitaal

Slide 27 - Quiz

Tim koopt een auto voor €28.500. De auto gaat 6 jaar mee. Hoeveel is de afschrijving per jaar?

Slide 28 - Open question

De brutowinst was 80.000 euro. De bedrijfskosten (huur, loon, etc.) was 74.000 euro. Bereken de nettowinst.

Slide 29 - Open question

Nick heeft een marktkraam waar hij telefoonhoesjes verkoopt. Zijn omzet is € 180.000, de brutowinst is € 81.000.
Hoeveel is zijn percentage brutowinst van de omzet?

Slide 30 - Open question

Noem twee manieren om de arbeidsproductiviteit te verhogen.

Slide 31 - Open question

Bekijk de grafiek hiernaast.
Wat is de evenwichtsprijs voor de Gazellefiets?

Slide 32 - Open question

In Doetinchem zijn er 3 bloemisten. De totale afzet van rozen op Valentijnsdag is 1150 rode rozen. Roberto's Flowershop verkoopt 450 rode rozen op deze dag. Hoe groot is haar marktaandeel?
A
33%
B
39%

Slide 33 - Quiz

Plaats de vier marktvormen in volgorde van weinig tot geen concurrentie op de markt tot veel concurrentie op de markt.
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie
Monopolie
Oligopolie

Slide 34 - Drag question