De tijd neemt.
Contact maakt en actief luistert.
Je kunt verplaatsen in het standpunt van de ander.
Uitgaat van gelijkwaardigheid, zorgt voor ‘tweerichtingsverkeer’.
Kunt zeggen wat je op je hart hebt.
Niet denkt tegen anderen (geen 'ja, maar…') maar samen denkt (‘ja, en…').
Niet zoekt naar een beslissing of oplossing.
Bewust bent van je lichaamshouding, je lichaamstaal.
Je bewust bent van je positie, je rol.
Rekening houdt met de privacy van de ander.
Emoties: houd ze in de hand uiten mag maar blijf de regie houden.
te veel emotie bij de ander?
blijf rustig stop met praten
bied eventueel wat te drinken aan
haal zo nodig hulp
ga niet meteen troosten maar geef de ander de tijd.