Nederlands 4BK H1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Succes met de toets van H1!

Hoe is een tekst ingedeeld?

In de inleiding wordt nooit...

1. een leuk kort verhaaltje verteld.
2. een mening gegeven.
3. iets verteld over de opbouw van de tekst.
4. een conclusie getrokken.

Met een argument....

1. leg je uit wat het feit is.
2. vertel je een leuk verhaaltje.
3. geef je het onderwerp van de tekst aan.
4. leg je uit waarom je een bepaalde mening hebt.

Deelonderwerpen zijn verschillende zaken die met het onderwerp te maken hebben.

1. waar
2. niet waar

Waar let je op wanneer je goed kijkt en luistert?

Wat is geen 5W vraag?

1. wie
2. wat
3. welke
4. wanneer

Een presentatie is opgebouwd uit inleiding, middenstuk en slot.

1. waar
2. niet waar

Bestaat een artikel ook uit inleiding, middenstuk en slot?

1. ja
2. nee

In een schrijfplan staat GEEN......

1. tekstdeel.
2. kernzin.
3. alinea.
4. uitleg.

Hoe kun je de betekenis van een woord
afleiden uit de tekst?

Hoe noem je een ander woord, maar met de zelfde betekenis?

Wat is het synoniem van
exacte?

1. enorme
2. precieze

Wat is het synoniem van
circa?

1. ongeveer
2. nauwkeurig

Wat is de tegenstelling van
uitmuntend?

1. goed
2. slecht

Wat betekent:
Een hart onder de riem steken.

1. met veel moeite
2. erg duur
3. uitgaan
4. iemand moed inspreken

Wat betekent:
mosterd na de maaltijd

1. pech hebben, slachtoffer zijn
2. te laat, je hebt er niets meer aan
3. met veel moeite
4. een klusje aanpakken

Wat is GEEN juist citaat?

1. Mark riep:"Ga weg jongen!"
2. Mark riep: "Ga weg jongen"!
3. "Ga weg jongen!"
4. "Ga weg jongen!" riep Mark.

Welk woord hoort niet met een hoofdletter?

1. Herfst
2. Kruidvat
3. Klaas
4. Hengelo

Welke vraag stel je om het onderwerp (ow) van de zin te vinden?

1. Wie/wat + werkwoord?
2. Wie/wat + pv?
3. Wie/wat + onderwerp?
4. Wie/wat + pv + lv?

Ken jij morgen om 18.00 afspreken?

1. goed
2. fout

Mijn broertje legt al in bed.

1. goed
2. fout

Ik kan heel goed dansen.

1. goed
2. fout

Sem ligt zijn tas op tafel.

1. goed
2. fout

Alle verzonnen verhalen zijn fictie.

1. waar
2. niet waar

Welke vormen van fictie ken jij?