Herhalingsles voortplanting

1 / 42
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Noem minstens 1 begrip plus betekenis
(mag meer)

Slide 2 - Mind map

Welke onderwerpen vind je het lastigst? (kun je slecht onthouden)

Slide 3 - Mind map

Dier is biologisch gezien in staat om te fokken maar nog niet uitgegroeid
A
Geslachtsrijp
B
Fokrijp
C
Dekrijp
D
Paarrijp

Slide 4 - Quiz

Hoe heet het wanneer er pas een eisprong plaatsvind na dekking?

Slide 5 - Open question

Hormonen worden met sponsje ingebracht in ooi, hoe heet dit?

Slide 6 - Open question

Hoe heet het als je een schaap van een schrale weide opeens op een goede weide zet?
A
Flushing
B
Bronstsynchronisatie
C
Bronstinductie
D
Hormonaal ingrijpen

Slide 7 - Quiz

Benoem de ideale omstandigheden om te fokken (denk aan verzorging, voeding, etc.)

Slide 8 - Mind map

Welk dier is ongeveer na 4 weken geslachtsrijp?
A
Hamster
B
Cavia
C
Konijn
D
Kat

Slide 9 - Quiz

Na hoeveel tijd is een poes of hond ongeveer geslachtsrijp?

Slide 10 - Open question

"Alle vogels zijn makkelijk te koppelen"
Waar of niet waar?

Slide 11 - Open question

Hoe noem je het wanneer sperma handmatig word ingebracht in het dier?

Slide 12 - Open question

Waar of niet waar?
Fokrijp en geslachtsrijp komt eigenlijk op hetzelfde neer
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Vul in met welke methoden je allemaal kunt controleren of een dier drachtig is

Slide 14 - Mind map

Aan een dier voelen of ze drachtig is, noem je....
A
Echografie
B
Pamperen
C
Scannen
D
Palperen

Slide 15 - Quiz

Hoe richt je de ideale werkomgeving voor een hond in?

Slide 16 - Mind map

Bij welk dier komt schijndracht vaker voor?
A
Hamster
B
Kat
C
Hond
D
Muis

Slide 17 - Quiz

Door welke oorzaken kan een vrucht verworpen worden?

Slide 18 - Mind map

Wat betekend maternale oorzaak bij verwerpen van de vrucht?
A
Oorzaak ligt bij moeder
B
Oorzaak ligt bij jong
C
Oorzaak ligt bij beide
D
Oorzaak ligt aan omgeving

Slide 19 - Quiz

Hoe heet een ei zonder dooier?
A
Hanenei
B
Windei
C
Legnood
D
Prolaps

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het wanneer een dier moeite heeft met het leggen van een ei?
A
Hanenei
B
Windei
C
Cloaca prolaps
D
Legnood

Slide 21 - Quiz

Wanneer moet je ingrijpen bij de geboorte?

Slide 22 - Open question

Wat kun je allemaal klaar zetten voor een geboorte?

Slide 23 - Mind map

Wat is darmpek?
A
Eerste moedermelk
B
Eerste ademhaling
C
Eerste ontlasting
D
Navelstreng die breekt

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste volgorde
1.
2.
3.
4.
Biest drinken
Darmpek
Luchtwegen vrijmaken
Navelstreng ontsmetten

Slide 25 - Drag question

Welke stoornissen kunnen voorkomen rondom geboorte?

Slide 26 - Mind map

Van welke ziekte is hier sprake?
"Uiers en tepels zijn rood en voelen warm aan, pijnlijk"
A
Mastitis
B
Melkziekte
C
Slepende melkziekte
D
Vaginaprolaps

Slide 27 - Quiz

Van welke ziekte is hier sprake?
"Calciumtekort, sloom"
A
Mastitis
B
Melkziekte
C
Slepende melkziekte
D
Vaginaprolaps

Slide 28 - Quiz

Hoe lang mag het duren voordat de nageboorte afkomt?
A
Max. 1 uur
B
Max 1,5 uur
C
Max. 2 uur
D
Max. 2,5 uur

Slide 29 - Quiz

Wat kunnen de gevolgen zijn als de nageboorte niet afkomt?

Slide 30 - Open question

Mag je een kuiken helpen met uit het ei te komen?
A
Ja
B
Nee
C
In sommige gevallen wel
D
Liever niet

Slide 31 - Quiz

Welke dieren hebben weinig begeleiding nodig bij de geboorte?

Slide 32 - Open question

Waarom likt de moeder de buik van de jongen?

Slide 33 - Open question

Wanneer ontworm je kittens?
A
2,4,5,6 weken
B
5,7,9 weken
C
2,4,6,8 weken
D
4,8,10 weken

Slide 34 - Quiz

Hoe noem je een dier dat doorgaans blind, doof en kaal geboren word?
A
Nestblijver
B
Nestvlieder

Slide 35 - Quiz

Welk dier is een nestvlieder?
A
Papegaai
B
Cavia
C
Hamster
D
Grasparkiet

Slide 36 - Quiz

Chippen is verplicht voor...
A
Honden
B
Katten
C
Geen van beide
D
Beide

Slide 37 - Quiz

Welke opties heb je als het moederdier overlijdt?

Slide 38 - Open question

Welke registratiemethode is er voor vogels? (zoals chippen)

Slide 39 - Open question

Hoe vaak en hoeveel ververs je het water van het aquarium bij jonge vissen?
A
Elke week 1/2
B
Elke week 1/3
C
Om de dag 1/3
D
Elke dag 1/4

Slide 40 - Quiz

Waarmee moet je vooral uitkijken bij jonge reptielen?
A
Kannibalisme
B
Territoriaal
C
Hygiëne
D
Luchtvochtigheid

Slide 41 - Quiz

Hoe noem je een lijst waarop beschermde dier- en plantensoorten staan (wereldwijd afgesproken)
A
Positieflijst
B
CITES wetgeving
C
Flora- en faunalijst
D
NVWA lijst

Slide 42 - Quiz