Antwoorden huiswerk:
1 Bijvoorbeeld:
- Autoverzekering, zorgverzekering, want die zijn verplicht.
- Inboedelverzekering, verzekering van het huis, zodat bij brand de schade aan je huis of de spullen in huis vergoed worden.
- Aansprakelijkheidsverzekering, voor het geval iemand schade veroorzaakt bij een an-der.
2 (a) verzekering, (b) verzekeringsmaatschappij (verzekeraar), (c) verzekerde, (d) premie, (e) polis, (f) polisvoorwaarden.
3 a Bijvoorbeeld:
- Nee, want je kunt zelf bepalen hoe hard je rijdt.
- Ja, want het is onzeker of je bij een snelheidscontrole ‘gepakt’ wordt.
b 30 = … % van 350
30 ÷ 350 x 100 = 8,6%
4 a Bij een eigen risico betaal je een deel van schade zelf, dus hoeft de verzekeraar minder uit te keren. Minder risico voor de verzekeraar betekent dat de premie lager kan zijn.
b klein
c groot
5 a Voor alleen diefstal (3 jaar) of voor diefstal en beschadiging (3 of 5 jaar)
b In regio 2. Dat zijn grote steden waar de kans op diefstal van je fiets het grootst is.