Verbranding en Ademhaling - 2HV - Herhaling

Verbranding en ademhaling
Herhaling
§1 Stofwisseling
§2 Verbranding
§3 Het ademhalingsstelsel
§4 Ademhalen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verbranding en ademhaling
Herhaling
§1 Stofwisseling
§2 Verbranding
§3 Het ademhalingsstelsel
§4 Ademhalen

Slide 1 - Slide


Water + koolstofdioxide + ⚡︎ (energie)→ glucose + zuurstof

dit proces noemen we....
A
Fotosynthese
B
Verbranding

Slide 2 - Quiz


Glucose + zuurstof → koolstofdioxide + water + ⚡︎ (energie)

dit proces noemen we....
A
Fotosynthese
B
Verbranding

Slide 3 - Quiz

De afbraak van glucose in cellen noem je...
A
Opeten
B
Verbranding

Slide 4 - Quiz

Mensen die veel sporten hebben spiercellen met veel mitochondrien (= celonderdelen die glucose afbreken).
A
Juist
B
Niet juist

Slide 5 - Quiz

Verbranding vindt plaats in alle organismen, dus ook in planten.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 6 - Quiz

Fotosynthese vindt zowel plaats in het donker als in het licht. Verbranding vindt alleen plaats in het donker.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 7 - Quiz

In welke reageerbuis wordt glucose gemaakt?
A
1, 2 en 3
B
3 en 4
C
1, 2, 3 en 5
D
allemaal

Slide 8 - Quiz

In welke reageerbuis wordt glucose verbruikt?
A
1 en 2
B
1, 2, 3 en 5
C
3 en 4
D
allemaal

Slide 9 - Quiz

In welke reageerbuis zit na een aantal uur het minste koolstofdioxide?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 10 - Quiz

Bij hoesten spannen de buikspieren zich aan.

Welke spieren ontspannen zich dan in dit geval (en werken antagonistisch)?
A
De borstspieren
B
De rugspieren
C
De tussenribspieren
D
Het middenrif

Slide 11 - Quiz

Door de dunne wanden en het grote oppervlak van de longblaasjes kan gaswisseling (van zuurstof en koolstofdioxide) plaatsvinden.
A
Juist
B
Niet juist

Slide 12 - Quiz

§5 Gezonde luchtwegen
In stilte lezen blz 35, 36, 37 (10 min)

Slide 13 - Slide

§5 Gezonde luchtwegen
In stilte lezen blz 35, 36, 37 (10 min)

Maken 1, 2, 3 en 5, 6, 7, 8, 9, 10

Slide 14 - Slide