3.1
1. Je weet waardoor in Griekenland zelfstandige stadstaten ontstonden
2. Je weet hoe de Grieken zich verspreidden over een groot gebied
3. Je weet welke contacten de Grieken hadden met elkaar en met andere volken
4. Je weet de kenmerken van de samenleving van Athene
5. Je weet de kenmerken van de samenleving van Sparta
3.2
1.Je weet hoe onderdanen werden bestuurd in een monarchie en een aristocratie.
2.Je kent de kenmerken van het bestuur van een tiran.
3.Je weet hoe Atheense burgers zichzelf bestuurden (democratie).