This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4.4 Hernieuwbare energiebronnen
Slide 1 - Slide
Par. 2: Water in beweging
Deze les:
Herhaling paragraaf 4.3
Uitleg: Paragraaf 4.4
Werken
Slide 2 - Slide
Zonne-energie is een fossiele brandstof.
A
goed
B
fout
Slide 3 - Quiz
Het is lastig te voorspellen wanneer de voorraden fossiele brandstof op zijn.
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quiz
CO2 is een broeikasgas.
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quiz
Nadelen van het gebruik van fossiele energiebronnen.
Slide 6 - Mind map
Voordelen van hernieuwbare energiebronnen.
Slide 7 - Mind map
Nadelen van hernieuwbare energiebronnen.
Slide 8 - Mind map
Voordelen hernieuwbare energie
Nadelen hernieuwbare energie
Groene energie
Groene energie = Energie afkomstig van hernieuwbare energiebronnen waarbij veel minder of geen koolstofdioxide (CO2) en andere vervuilende stoffen vrijkomen.
Grijze energie
Grijze energie = Energie afkomstig uit uitputbare energiebronnen waarbij koolstofdioxide (CO2) en andere vervuilende stoffen vrijkomen.
Slide 9 - Slide
Groene energie
Grijze energie
CO-2 Neutraler
Hernieuwbaar
Fossiele brandstof
Slide 10 - Drag question
Zonne-energie
Zonne-energie = Energie uit de straling van de zon, waarmee elektriciteit wordt opgewekt en water wordt verwarmd.
Biomassa = Resten van planten en dieren, bijvoorbeeld groente-, fruit- en tuinafval, hout(afval), plantaardige olie en mest van koeien en varkens, waarmee elektriciteit wordt opgewekt of waaruit biobrandstoffen worden gemaakt.