4.5. Een wereld vol oorlog LES-1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.2. Burgers en bestuur LES-1

4.5. EEN WERELD VOL OORLOG 

GRIEKENLAND, VERENIGD IN OORLOG, VERDEELD IN OORLOG

PLANNING

LEERDOELEN
UITLEG
AAN HET WERK
NABESPREKEN
AFSLUITEN

LEERDOELEN

LEERDOEL 1: Je kunt aan het einde van de les verschillende Grieks-Perzische oorlogen beschrijven (herhaling)

LEERDOEL 2: Je kunt uitleggen waarom de Peloponnesische Oorlog leidt tot verzwakking van zowel Athene als Sparta (herhaling)

LEERDOEL 3: Je kunt bewijzen waarom Alexander III de bijnaam 'de Grote' gekregen heeft.

(nieuw)

MINDMAP MAKEN 

(EXPERT GROEPJES)

1. In groepjes van 2-4 personen gaan jullie informatie zoeken uit Tijd voor Geschiedenis (hoofdstuk 4.5).
2. Iedereen vult zijn eigen vak in met de belangrijkste begrippen, gebeurtenissen en personen.

📝 Hoe pak je het aan?

1. Lees de aangegeven paragraaf goed door.
2. Zoek naar de belangrijkste informatie over:
3. Noteer de kerninformatie in je eigen vak.

Bespreek binnen je groep of jullie dezelfde kernpunten hebben.

1. Eerst lees je de tekst goed. Vraag je groepsgenoten als iets onduidelijk is

Hoeveel tijd heb je?

1. De docent geeft aan hoeveel tijd je hiervoor krijg

GEZAMELIJK MINDMAP MAKEN

Alexander, 'de Grote'

GRIEKSE STADSTATEN VERZWAKT 

1. Philippus II (vader) veroverde Griekenland
   
2. 336 v.Chr.: Philippus II vermoord → Alexander III volgt op
   
3. Verovering van het Perzische Rijk

WAAROM DE 'GROTE'

• ✅ Militair genie → Wint bijna alle veldslagen
• ✅ Stichter van steden → O.a. Alexandrië
• ✅ Verspreiding van Hellenisme → Mix van Griekse & Perzische cultuur

EINDE EN NALATENSCHAP 

323 v.Chr.: Overlijdt in Babylon (waarschijnlijk malaria)

Rijk valt uiteen → Begin Hellenistische tijdperk

Griekse cultuur blijft invloedrijk

📜 AAN HET WERK: TIJDLIJN

Wat ga je doen?

Orden tien belangrijke gebeurtenissen uit de Griekse geschiedenis op een tijdlijn en geef per gebeurtenis een korte beschrijving.

Hoe pak je het aan?

1. Lees de gebeurtenissen.
2. Bepaal de juiste volgorde en zet ze op de tijdlijn.
3. Schrijf per gebeurtenis een korte beschrijving.

Hulp nodig? Kijk in Tijd voor Geschiedenis, overleg met je groep of vraag de docent als je er niet uitkomt.

Tijd: De docent geeft de beschikbare tijd aan.

Klaar? Controleer je werk en kijk alvast vooruit.

AAN HET WERK

Wat: Tijdlijn maken over 4.5: 1A, 1B [] 5A, 5C 6B [] 8B, 8C 

Hoe: Ga naar tijd voor geschiedenis, hoofdstuk 4: paragraaf: 4.5 

Hulp: Goed tekst lezen, vraag anders docent om hulp.

Tijd: Docent geeft de hoeveelheid tijd aan

Klaar: Geef dit dan even aan de docent!

AFSLUITING, 60 SECONDS POST-IT

Wat: Schrijf binnen 60 seconden op wat je het belangrijkst vindt wat je hebt geleerd. Plak je notitie vervolgens op het A3-formulier in het bijpassende vak:

1. Boven: Je begrijpt alles goed en hebt alles onthouden.
2. Midden: Je begrijpt het meeste en hebt veel onthouden.
3. Onder: Je hebt weinig onthouden en begrijpt het nog niet helemaal.