Par 2.1_3HV_2223

Sparen of beleggen
2.1 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Sparen of beleggen
2.1 

Slide 1 - Slide

Wat is sparen (in economische zin)?
A
Geld apart houden
B
Niet al je geld uit geven aan producten
C
Je geld later uitgeven
D
Je consumptie uitstellen

Slide 2 - Quiz

"Ik spaar mijn geld liever dan dat ik dit beleg."
Eens
Oneens

Slide 3 - Poll

Leerdoelen
  • Leer je de verschillende motieven om te sparen
  • Ken je het verschil tussen nominale rente en reëel rente.
  • Leer je rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Kun je het verschil tussen obligaties en aandelen uitleggen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Je zet €1.000 op een spaardeposito met 2,5% rente. Hoe hoog is je saldo na 3 jaar? Schrijf je berekening op!



Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Je stort €1000 op de bank. De rente is 2%. Hoeveel is je saldo na 3 jaar? (samengestelde rente)

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken: paragraaf 2.1: 1 t/m 20

Leerdoelen:
  • Leer je de verschillende motieven om te sparen
  • Ken je het verschil tussen nominale rente en reëel rente.
  • Leer je rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente
  • Kun je het verschil tussen obligaties en aandelen uitleggen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link