Woordenschat H3 les 4 uitdrukkingen

Nederlands
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands

Slide 1 - Slide

Planning
Lesson Up over spreekwoorden en gezegdes
Flitskaartjes maken

Slide 2 - Slide

Figuurlijke Taal

Slide 3 - Slide

Samenstellingen
Een woord wat uit twee of meer woorden bestaat is een samenstelling. 

voorbeeld: Hand en doek > handdoek. 

Slide 4 - Slide

Wat een hondeweer!
A
Letterlijk
B
Figuurlijk

Slide 5 - Quiz

Hij staat met z'n mond vol tanden
A
Letterlijk
B
figuurlijk

Slide 6 - Quiz

Letterlijk - Figuurlijk
Letterlijk: als woorden precies vertellen wat je bedoelt. 
Figuurlijk: woorden hebben een andere betekenis dan eigenlijk bedoeld is. 


Slide 7 - Slide

Spreekwoorden

Slide 8 - Slide

Wat zijn spreekwoorden?
Een spreekwoord is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Ongrijpbaar

Slide 11 - Slide

Hij is een haantje-de-voorste.

Slide 12 - Slide

Hij is er altijd als eerste bij.

Slide 13 - Slide

Hij is zo blind als een mol.

Slide 14 - Slide

Hij kan helemaal niets zien.

Slide 15 - Slide

Zo trots als een pauw.

Slide 16 - Slide

Heel trots.

Slide 17 - Slide

De kat uit de boom kijken.

Slide 18 - Slide

Een afwachtende houding aannemen.

Slide 19 - Slide

Bekijk H2 en H2
Schrijf de uitdrukkingen onder elkaar

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide