Oefentoets H2 Franse Revolutie

Oefentoets 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oefentoets 

Slide 1 - Slide

Uit hoeveel standen bestond de Franse samenleving?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 2 - Quiz

Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?

Slide 3 - Drag question

Welke stand betaalde er belasting?
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde
D
Vierde

Slide 4 - Quiz

Waar woonde de Franse koning Lodewijk XVI
A
Parijs
B
Marseille
C
Lyon
D
Versailles

Slide 5 - Quiz

Wie is de persoon op de afbeelding?
A
Koning Lodewijk XVI
B
Robespierre
C
Stadhouder Willem V
D
Napoleon

Slide 6 - Quiz

Welke persoon betaalde belasting in het Frankrijk van de 18de eeuw?
A
Geestelijke
B
Hertog
C
Boer
D
Koning

Slide 7 - Quiz

Geen belasting, baantjes in het bestuur en feestjes op het paleis
Wel belasting, geen voorrechten
Geen belasting, voorrechten, veel macht
Absolute macht, woont in Versailles
Koning Lodewijk XVI
Adel
Geestelijkheid
Boeren en burgers

Slide 8 - Drag question

Een bisschop hoort bij
A
de eerste stand
B
de derde stand
C
de tweede stand
D
de boeren

Slide 9 - Quiz

Noem drie oorzaken van de Franse Revolutie. 
Oorzaken
Geen oorzaken
Belastingplicht voor de adel.
Absolute macht van de koning.
Armoede op het platteland.
Bestorming van de Bastille.
De standensamenleving.

Slide 10 - Drag question

Tegen wie was het Continentaal Stelsel gericht?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Rusland
D
Nederland

Slide 11 - Quiz

In welke stad zien we Napoleon op de afbeelding?
A
Groningen
B
Moskou
C
Parijs
D
Wenen

Slide 12 - Quiz

Wat hoort niet bij koning Lodewijk XVI?
A
Hij woont in Versailles
B
Hij geeft feestjes op zijn paleis
C
Hij neemt alle beslissing alleen
D
Hij heeft vaak honger

Slide 13 - Quiz

Uit welk land moet Napoleon zich terugtrekken in de winter?
A
Rusland
B
Pruisen
C
Oostenrijk
D
België

Slide 14 - Quiz

Hoe komt het dat de schatkist van Frankrijk bijna leeg was?
A
Te dure oorlogen
B
Teveel schulden en daardoor hoge rentes
C
De uitgaven van het koningspaar
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 15 - Quiz

Hoe heet de vergadering van de 3de stand?
A
Staten-Generaal
B
Nationale Vergadering
C
Internationale Vergadering
D
Provinciale Vergadering

Slide 16 - Quiz

1e Stand
2e Stand
3e Stand
geestelijken
adel
boeren en burgers
Betaalt belasting 
grootgrondbezitters
woont een groot deel van het jaar op paleis Versailles

Slide 17 - Drag question

Wat is de goede betekenis van het begrip:
indirecte bron
A
Een bron die rechtstreeks informatie geeft over gebeurtenissen/personen uit het verleden.
B
Een bron die door iemand is gemaakt die niet bij de gebeurtenis was.

Slide 18 - Quiz

Waarom was het bijzonder dat Lodewijk XVI de Staten-Generaal bij elkaar riep?
A
Een absoluut vorst regeert alleen
B
Dit was al 175 jaar lang niet voorgekomen
C
A en B zijn allebei juist
D
A en B zijn allebei onjuist

Slide 19 - Quiz

Sleep de zinnen naar het goede vak
Geen gevolg van de Franse Revolutie
Een gevolg van de Franse Revolutie
Alle Fransen werden even rijk
Afschaffing van het koningschap
De adel grijpt de macht
Boeren gaan Frankrijk besturen
Gelijke rechten voor alle Fransen

Slide 20 - Drag question

Op welke datum begon de Franse Revolutie?
A
14 juni 1789
B
14 juli 1789
C
14 juni 1798
D
14 juli 1798

Slide 21 - Quiz

Welke gebeurtenis zien we op de afbeelding?
A
Napoleon verbannen naar Elba
B
Franse leger op weg naar Moskou
C
Bestorming Bastille
D
Willem V vlucht naar Engeland

Slide 22 - Quiz

Welk idee kwam van de Fransman Montesquieu?
A
Iedereen is vrij en gelijk geboren
B
Ik ben aangewezen door God om jullie te leiden
C
De macht moeten we in drie delen hakken
D
Alle nieuwe ideeën moeten we opschrijven in een encyclopedie

Slide 23 - Quiz

In het leger van Napoleon vochten alleen Fransen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Uit welke stand komt de persoon die je ziet op de afbeelding?
klik op de bron om deze in te zoomen!
!
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand
D
Geen stand, het is een boer

Slide 25 - Quiz

In welk jaar en welke plaats werd Napoleon definitief verslagen?
A
1813, Leipzig
B
1815, Moskou
C
1815, Leipzig
D
1815, Waterloo

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je de groep ontevreden burgers die in 1787 in opstand kwamen tegen het bestuur?
A
Oranjegezinden
B
Pruisen
C
Patriotten
D
Stadhouders

Slide 27 - Quiz

Wat wilden de patriotten?
A
net zo rijk worden als de regenten
B
inspraak in het bestuur en grondrechten
C
een koning in plaats van een stadhouder
D
ze wilden dat er niks veranderde in de Republiek

Slide 28 - Quiz

In welk jaar vlucht Willem V naar Engeland?
A
1789
B
1790
C
1795
D
1804

Slide 29 - Quiz

Wat zien we vandaag de dag nog terug uit de Franse tijd in Nederland?
A
Metriek stelsel, achternaam en woorden
B
Metriek stelsel, continentaal stelsel en burgerlijke stand
C
Metriek stelsel, achternaam en het continentaal stelsel
D
Provinciegrenzen, achternaam en de Belgische taal.

Slide 30 - Quiz

Vul de juiste woorden in.
Vóór de Verlichting geloofden mensen dat wat de ............................. , de ............................. en de gewoontes zeiden de waarheid was.
De mensen van de Verlichting vertrouwden alleen op hun ............................. en op het doen van ............................. onderzoek.
wetenschappelijk
verstand
kerk
koning
derde stand

Slide 31 - Drag question

De manier van besturen waarbij de koning alle macht heeft?
A
Monarchie
B
Democratie
C
Rechtsstaat
D
Absolutisme

Slide 32 - Quiz

Tips
Lees hoofdstuk 2 nogmaals door.
Bekijk de lessen in Lesson-up nogmaals.
Zet de leerdoelen uit de studiewijzer in vragende vorm en maak er een toets-vraag van.
Bekijk de filmpjes uit de studiewijzer. 

Slide 33 - Slide