Hoofdstuk 5 paragraaf 1 Van bondgenoten naar vijanden.

5.1. Van bondgenoten naar vijanden
1 / 36
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

5.1. Van bondgenoten naar vijanden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Historische personen 5.1 
Stalin
Leider Sovjet-Unie tijdens WO2
Roosevelt
Amerikaanse president tijdens WO2
Churchill
Britse minister-president tijdens WO2

Slide 3 - Slide

Belangrijke begrippen 5.1
Invloedsfeer: gebied waar een land invloed heeft. 
Containmentpolitiek: Amerikaanse politiek in de Koude Oorlog om verspreiding van het communisme te voorkomen. 
Koude Oorlog: Vijandschap tussen de Sovjet-Unie + bondgenoten en VS + bondgenoten.
IJzeren Gordijn: ondoordringbare grens tussen Oost- en West-Europa tijdens de Koude Oorlog. 
NAVO: militair bondgenootschap VS, Europa, Canada en Turkije. 
Warschaupact: militair bondgenootschap onder leiding van de Sovjet-Unie.

Slide 4 - Slide

Democratie
Dictatuur
Communisme
kapitalisme
vrijhandel
planeconomie

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Video

Kapitalisme

- Niet iedereen is gelijk
- Er zijn privébezittingen
- Vrijemarkteconomie
- Burgers hebben grondrechten

(West-Europa + Verenigde Staten)
Communisme

- Iedereen is gelijk
- Alles is in bezit van de staat
- Planeconomie
- De overheid bepaalt alles


(Oost-Europa +Sovjet-Unie)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Verenigde Staten

  • Democratie

  • Kapitalisme

  • Vrijheid

  • Grote verschillen (arm/rijk, blank/zwart)

Slide 9 - Slide

Sovjet-Unie

  • Dictatuur

  • Communisme

  • Onderdrukking

  • Gelijkheid, soms dan...

Slide 10 - Slide

Van bondgenoot naar vijand - I
- Tijdens WOII ontmoeten de Grote Drie elkaar veel.

- Twee belangrijke bijeenkomsten van de Grote 3:
  1. Conferentie van Jalta (februari 1945)
  2. Conferentie van Potsdam (augustus 1945)

Slide 11 - Slide

Waarom is de conferentie van Jalta bijzonder (kijkend naar de spanningen tijdens de Koude Oorlog?)
Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië

Slide 12 - Slide

Waarom is de conferentie van Jalta bijzonder (kijkend naar de spanningen tijdens de Koude Oorlog?)

Slide 13 - Open question

Van bondgenoot naar vijand - II
Van bondgenoot naar vijand - II
Conferentie van Jalta
- Hoe de oorlog zo snel mogelijk kon eindigen

- Hoe het na de oorlog verder moest met Europa

- Delen van Polen werden toegevoegd aan de Sovjet-Unie


Conferentie van Potsdam
- Verdeling Duitsland
  • 4 bezettingszones
  • Duitsland moest weer een democratie worden.

- Oorlogsmisdadigers oppakken en straffen

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Verdeling van Duitsland

  • Vier bezettingszones onder leiding van: Frankrijk, Engeland, de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten

  • Ook Berlijn wordt in 4 zones verdeeld, Berlijn ligt in de Russische zone!

  • Reizen tussen bezettingszones is  (nog) geen probleem

Slide 16 - Slide

Van bondgenoot naar vijand - III
- De Sovjet-Unie heeft nooit de intentie gehad om van Duitsland een democratie te maken.

- Er ontstond zoveel wantrouwen, dat de Koude Oorlog een feit was.

Slide 17 - Slide

Einde les: Wat zijn de belangrijkste afspraken uit de conferentie van Jalta en Potsdam?

Slide 18 - Open question

Noem de leiders van de invloedsferen tijdens de Koude Oorlog en noem minimaal 2 landen in deze invloedsferen.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

Een verdeeld Europa
- Ook Europa raakte verdeeld in twee delen:
  • Oost-Europa: communistisch/ dictatuur/ geen vrijheid van meningsuiting/ planeconomie
  • West-Europa: kapitalistisch

- Zo raakte Europa verdeeld in twee invloedssferen

Slide 21 - Slide

Invloedsfeer
Na 1945 ontstonden in Europa twee vijandige invloedssferen: gebieden waar landen invloed op hebben.
  1. Amerikaanse invloedsfeer.
  2. Sovjetinvloedsfeer.
 

Slide 22 - Slide

Amerikaanse invloedsfeer
 
Kanden die door VS waren bevrijd en democratisch waren (West-Europese landen en het westen van Duitsland)


Sovjetinvloedsfeer

Landen die door de Sovjet-Unie waren bevrijd en communistisch werden (Oost-Europese landen en het oosten van Duitsland)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Na WO2
  • De landen die door de Amerikanen waren bevrijd en West-Duitsland kwamen in de Amerikaanse invloedsfeer. .
  • De Oost-Europese landen en het oosten van Duitsland in de Sovjet-invloedsfeer. Zij werden communistisch. 
Video: begin van Koude Oorlog

Slide 25 - Slide

Leg uit hoe werd bepaald welke landen in welke invloedsferen lagen.

Slide 26 - Open question

Leg uit wat containment was.

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Koude Oorlog
  • 1945 - 1989
  • Het is nooit tot een echte oorlog gekomen -> er waren spanningen tussen het Oost- en Westblok
  • De VS en de Sovjet-Unie waren na de Tweede Wereldoorlog de twee sterkste landen.
  • Hun ideeën verschilden: kapitalisme / communisme

Slide 29 - Slide

Containment
  • Containment betekent insluiting.
  •  De VS wilden met containmentpolitiek het communisme indammen. 
  • Een voorbeeld van containmentpolitiek is de Marshallhulp die Europa welvarend maakte. 

Slide 30 - Slide

IJzeren Gordijn
  • Grens tussen het Oostblok en het Westblok tijdens de Koude Oorlog.
  • Beiden wilden niet dat mensen ideeën van de ander over zouden nemen. 
  • Daarom probeerden ze hun eigen land te beschermen tegen de invloed van de vijand.

Slide 31 - Slide

Welke bondgenootschappen horen bij elke invloesfeer

Slide 32 - Open question

Militaire bondgenootschappen
Sovjet-Unie
  • In 1949 oprichting van de NAVO. militair bondgenootschap van de VS, Canada, Turkije en Europese landen.
  • NAVO:  Noord-Atlantische Verdragsorganisatie,

Warschaupact - Sovjet-Unie
  • In 1955 oprichting van het Warschaupact: militair bondgenootschap onder leiding van de Sovjet-Unie.

Slide 33 - Slide

Communisme
Kapitalisme

Slide 34 - Drag question

Leg uit hoe de Koude Oorlog zorgde voor spanningen in Europa.

Slide 35 - Open question

Huiswerk
  1. Maken paragraaf 5.1. 
  2. Leren leerdoelen 5.1.  

Slide 36 - Slide