2.1 Stoffen in huis

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

H2 stoffen
werken met stoffen

2.1 Stoffen in huis

STOFFEN

2.1 Stoffen in huis

Planning

Planning en leerdoelen bespreken.

Introductie digitale methode.

Uitleg 2.1

Zelfstandig werken.

Leerdoelen 

• Je kunt 4 stofeigenschappen noemen
• Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.
• Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn. 
• Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. 

Stofeigenschappen

De eigenschappen waaraan je een stof kan herkennen noemen we stofeigenschappen.

Voorbeelden van stofeigenschappen zijn:

• Geur
• Kleur
• Smaak 
• Brandbaarheid

Veiligheid

Bij sommige stoffen is het belangrijk om te weten welke stof het is. Dit is bijvoorbeeld zo bij giftige stoffen. 

Op de verpakking van deze stof staat een 
gevarensymbool.

Dit symbool vind je vaak op de verpakking van poetsmiddelen.

Veiligheid

Het is daarom slim om alles in hun eigen verpakking te laten zitten zodat je altijd weet wat er in zit!

Veiligheid

Ook is het verstandig om spullen met dezelfde toepassingen bij elkaar te zetten. 

Toepassingen zijn bijvoorbeeld: 

voedingsmiddelen, schoonmaakspullen of medicijnen

Wat is hier gebeurd volgens jullie?

Wat kan er fout gaan?

Mijn vriend wil de badkamertegels schoon maken.

Op internet staat dat dit goed gaat met een mengsel van
10 mL bleek, 5 mL schoonmaakazijn en 40 mL water. 

Hij mengt deze vloeistoffen in een leeg waterflesje. 

Er is nog van het mengsel over en daarom zet hij het flesje op het aanrecht neer.  Hij bedenkt dat hij nog boodschappen moet doen en gaat naar de supermarkt. 

In welke stofeigenschap verschillen cola en sinas?

1. Geur
2. Kleur
3. Smaak
4. Kleur, geur en smaak

De limonade is roze.
Wat is de stofeigenschap?

Verzin twee stoffen die op elkaar lijken maar verschillen in geur

Wat betekent dit symbool

1. Bijtend
2. Mileu gevaarlijk
3. Giftig
4. Ontvlambaar

Wat betekent dit symbool

1. Ontvlambaar
2. Giftig
3. Bijtend
4. Mileu gevaarlijk

Waarom is het niet verstandig om poetsmiddel in hetzelfde kastje te zetten als voedingsmiddelen?

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

BK

Wat? 2.1 1 tot en met 10

2.2  1 tot en met 8

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Maak de test jezelf

Doelen:

Je kunt 4 stofeigenschappen noemen

Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.

Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.

Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven. 

KGT

Wat? Lees 2.1 en maak 1 tot en met 12

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Maak de test jezelf

Zelfstandig werken

Wat?  Lees blz. 44 t/m 46 en maak opgave 1 tot en met 12.

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen met je buur

Hulp? Boek, buur bureau

Tijd? 15 minuten. 

Uitkomst?

Je kunt 4 stofeigenschappen noemen

Je kunt stoffen herkennen aan hun stof eigenschappen.

Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.

Je kunt de betekenis van enkele gevarensymbolen beschrijven

Klaar? Nakijken!