1H/Vwo §5.3 Schaal

§5.3 Schaal
LEERDOEL:
berekeningen maken, gebruik makend van een 
verhoudingstabel
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

§5.3 Schaal
LEERDOEL:
berekeningen maken, gebruik makend van een 
verhoudingstabel

Slide 1 - Slide

§5.3 Schaal
Je verjaardag vieren met 300 mensen is iets dat je
OP GROTE SCHAAL doet.



Slide 2 - Slide

Belangrijke vraag voor 'schaal' is :
Wat stelt 1 cm op de tekening in werkelijkheid voor ?
Deze tekening kan zijn van een stad, land of een werelddeel.
Maar ook van een persoon, dier of wat dan ook.
Laten we een paar voorbeelden bekijken.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Voorbeeld van 
schaal:

Slide 5 - Slide

Deze wezel is 75 cm lang,
in het echt.
Wat is de schaal van de
tekening ?

Slide 6 - Slide

Wat is de schaal voor de tekening van de wezel ?
A
1 : 7.5
B
15 : 1
C
1 : 15
D
30 : 2

Slide 7 - Quiz

Oplossing.
Het goede antwoord was:  1 : 15
Schaal 1 : 15. betekent:
1 cm op de tekening is 15 cm in het echt.
De wezel is 75 cm lang.
Er volgt nog een opdracht.




Slide 8 - Slide

De tekening of foto kan echter ook GROTER dan 
de werkelijkheid zijn !
Hierover gaan de volgende slides.

Slide 9 - Slide

Taak :
Wat is de schaal van deze
tekening?
5,5 mm is de mier in het echt.

Slide 10 - Slide


A
2 : 1
B
5 : 1
C
1 : 2
D
1 : 5

Slide 11 - Quiz

Oplossing :
1.  2.75 cm = 27.5 mm
2. 27.5 : 5.5 = 5
3. 5 mm op de tekening
     stelt 1 mm in het echt voor.
4.  De schaal is     5 : 1

Slide 12 - Slide

Dus als 2cm in het echt 8cm is, wat is dan de schaal?
A
2 : 8
B
4 : 1
C
1 : 4
D
0.5 : 2

Slide 13 - Quiz

Viel dit je al op :
We gebruiken zoveel mogelijk het getal 1 als we over schaal spreken.
Dus niet          2 : 10    maar   1 : 5
Ook schrijven we       3 : 2     en niet   1 : 2/3   
Geen breuk of decimale getallen in een verhouding!

Slide 14 - Slide


De schaal van het model van de motor is 1:18.

Wat betekent de schaal?
A
1 cm in het model is 18 cm in het echt
B
1 cm in het echt is 18 cm in het model
C
1 cm in het model is 1,8 cm in het echt
D
1 cm in het model is 18 m in het echt

Slide 15 - Quiz

Bij schaal 1 op 460.000 is...
A
1 cm op de kaart in het echt 4,6 km
B
1 km op de kaart in het echt 46 km
C
1 cm op de kaart in het echt 460.00 cm
D
1 cm op de kaart in het echt 460.000 m

Slide 16 - Quiz