Entree hfst 1 p. 15-24 (1.1-1.4)

Schoonmaken
A
Goederen
B
Diensten
1 / 41
next
Slide 1: Quiz
WerknemersvaardighedenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schoonmaken
A
Goederen
B
Diensten

Slide 1 - Quiz


Entree
Assistent Verkoop & Retail


Hoofdstuk 1
 Assistent verkoper

Slide 2 - Slide

In dit hoofdstuk maak je kennis met de taken en de werkplek van de assistent verkoper. Je kunt bij verschillende winkels aan het werk. Je assisteert bij de verzorging van de winkel, de presentatie van artikelen en het helpen van klanten. Daarnaast help je bij de ontvangst en opslag van goederen in het magazijn. Je pakt voorraden uit die binnenkomen en controleer of alles in orde is.
Inleiding

Slide 3 - Slide

Stage...
Wie gaat waar stage lopen?

Slide 4 - Open question

Detailhandel of groothandel?
Detailhandel en groothandel
Goederen:
  • Koffer
  • Shampoo
  • Iphone


Diensten
  • Vakantie
  • Kapper
  • Telefoonabonnement

Slide 5 - Slide

Fiets?
A
Goederen?
B
Diensten?

Slide 6 - Quiz

Repareren lekke band
A
Goederen
B
Diensten

Slide 7 - Quiz

Pannenset
A
Goederen
B
Diensten

Slide 8 - Quiz

Kookworkshop
A
Goederen
B
Diensten

Slide 9 - Quiz

Dweil
A
Goederen
B
Diensten

Slide 10 - Quiz

Wat zijn andere woorden voor 'goederen'
A
Artikel
B
Verpakking
C
Pak
D
Product

Slide 11 - Quiz

Wat is het doel van een winkel of groothandel?

Slide 12 - Open question

Winst maken
Winst maken
Winst is het positieve verschil tussen opbrengst en kosten. Is het verschil negatief, dan is er sprake van verlies

Slide 13 - Slide

In de afbeelding zie je hoe de goederen vanuit de fabriek bij de klant terechtkomen. Daar speel jij als assistent verkoper een grote rol in. Als assistent verkoper ben je werkzaam in groothandel of detailhandel.

Slide 14 - Slide

Groothandel

  • Koopt en verkoopt goederen in grote hoeveelheden aan andere bedrijven zoals de winkels uit de detailhandel en restautants
Detailhandel

  • Verkoopt kleine hoeveelheden goederen aan klanten

Slide 15 - Slide

Kun je een voorbeeld van een groothandel noemen?

Slide 16 - Open question

Kun je voorbeelden van de detailhandel noemen?

Slide 17 - Open question

Groothandel of detailhandel?

Bloemenwinkel
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 18 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Makro
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 19 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Hanos
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 20 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Albert Heijn
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 21 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Bol.com
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 22 - Quiz

Groothandel of detailhandel?

Action
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 23 - Quiz

Detailhandel of groothandel?
Particulieren
Groothandel

Slide 24 - Slide

Yarina heeft een koffie- en theewinkel. Ze koopt de artikelen uit haar winkel bij een groothandel. Ze heeft namelijk grote hoeveelheden nodig. Ze kan deze artikelen in grote getallen kopen bij winkels zoals Sligro of de Makro

A: Welke winkel in dit voorbeeld is detailhandel?
B: Welke winkels zijn in dit voorbeeld groothandels?

Slide 25 - Open question

Jana wil een telefoon voor haar verjaardag. Haar ouders kunnen deze het beste bij een .... kopen
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 26 - Quiz

Mich heeft een lunchroom. Hij koopt koffiemelk groot in. Mich kan de koffie melk het beste bij een ............. kopen.
A
Groothandel
B
Detailhandel

Slide 27 - Quiz

Even ontspannen na al die informatie.....

Slide 28 - Slide

Soorten winkels




Winkels kunnen op verschillende manieren in groepen worden ingedeeld. Je kunt kijken naar:
  • wat voor goederen de winkel verkoopt
  • de grootte van de winkel
  • de manier van verkopen van goederen

Slide 29 - Slide

Wat voor goederen verkoopt de winkel?
De winkels in de detailhandel zijn de verdelen in verschillende groepen. De groepen zijn weer onder te verdelen in branches. In een BRANCH zitten winkels die ongeveer dezelfde artikelen verkopen.


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Welke winkels horen volgens jou bij een branch?
(zet ze achter elkaar in je antwoord)

H&M - Intertoys - Bakkerij Bart - Jamin - Zara - WE Fashion - The Sting - Mediamarkt - Intratuin - Wibra -


Slide 32 - Open question

Groepen & Branches
Groep: Elektronica
Branches:
  • computerwinkels
  • telefoonwinkels

Groep: Onderwijs en vrije tijd
Branches:
  • boekenwinkels
  • speelgoedwinkels


Groep: Foodspeciaalzaken
Branches
  • kaaswinkels
  • viswinkels
  • banket(bakkerij)

Groep: Huis en tuin
Branches:
  • bloemenwinkels
  • dierenspeciaalzaken

Slide 33 - Slide

Groepen en branches
Groep: Kleding en sport
Branches:
  • schoenenwinkels
  • modewinkels

Levensmiddelen
Branches:
  • Supermarkten
  • Biologische winkels



Groep: Persoonlijke verzoring
Branches:
  • Drogisterijen
  • Parfumerieën

Groep: Woninginrichting
Branches:
Keukenwinkels
Meubelwinkels

Slide 34 - Slide

In welke groep zou jij graag willen werken?
Leg je antwoord uit.

En in welke branche écht niet?

Slide 35 - Open question

In welke branche zou jij graag willen werken?

En in welke branche echt niet?

Slide 36 - Open question

Hoe groot is de winkel?

Grootbedrijf
meer dan 50 werknemers
meerdere vestigingen in Nederland en soms ook over de hele wereld
Middenbedrijf
winkel met meer dan 10 medewerkers
soms hebben deze winkels meerdere vestigingen

Kleinbedrijf
hebben maar één vestiging
meestal alleen in een stad of dorp

Slide 37 - Slide

Kleinbedrijf
Middenbedrijf
Grootbedrijf
Een winkel met minder dan 10 medewerkers, vaak maar 1 vestiging
Tussen 10 en 50 medewerkers, soms ook meerdere vestigingen
Vestigingen door heel Nederland,Europa of wereld. Meer dan 50 medewerkers

Slide 38 - Drag question

Winkels kunnen hun goederen op verschillende manieren verkopen. Ze kunnen in een fysieke winkel service bieden, maar ook op afstand de klant helpen. Als assistent verkoop loop je stage in een fysieke winkel. Wat is een fysieke winkel?

Slide 39 - Open question

Naast fysieke winkels zijn er tegenwoordig steeds meer online winkels. Dit worden ook wel ............... genoemd. Hier worden artikelen via een website verkocht. De artikelen worden per post naar de klant verstuurd.

Slide 40 - Open question

Huiswerk
  • Lees en maak de opdrachten van blz.15 t/m blz.24.
  • Onderstreep of markeer de begrippen in de tekst. 

Slide 41 - Slide