Argumentatie vwo 2 NN hs 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 NN - LEZEN

Een feit: iets waarvan je kunt controleren of het waaro f onwaar is

Mening/standpunt: Je kunt eens of oneens met de schrijver/spreker zijn

Argument: de uitleg waarom iemand een bepaalde mening heeft

Geef je mening over de
het dragen van mondkapjes.

Geef één argument voor
je mening over
mondkapjes.

Veel dunne mensen hebben mijns inziens een eetprobleem.

1. feit
2. mening

In het reglement staat: 'Ben je te laat, meld je dan bij de conciërge.'

1. feit
2. mening

Merijn leest nooit in de boeken die zijn moeder uit de bibliotheek haalt.

1. feit
2. mening

Souhail had precies een half uur nodig om zijn haar in model te brengen.

1. feit
2. mening

Amsterdam is de hoofdstad van Nederland

1. feit
2. mening

Den Haag moet volgens Ali de hoofdstad van Nederland worden.

1. feit
2. mening

Standpunt of argument?

Standpunt? Amsterdam heeft veel concertzalen van verschillende groottes. Het is dus geen wonder dat bijna elke band die Nederland aandoet, in Amsterdam optreedt.

1. Amsterdam - groottes
2. Het is - optreedt

Standpunt? Het is voor iedereen goed om op een teamsport te zitten, want dat is de beste manier om te leren samenwerken.

1. Het - zitten
2. dat - samenwerken

Standpunt? Ik zou voorlopig geen nieuwe schaatsen kopen; het is al jaren geleden dat er langer dan enkele dagen natuurijs heeft gelegen.

1. Ik - kopen
2. het - gelegen

Standpunt? Omdat het zo gezellig is, vind ik een glaasje wijn op zijn tijd geen probleem.

1. omdat - is
2. vind - probleem

Standpunt? Ik denk dat de CO2-uitstoot niet van grote invloed is op de opwarming van de aarde en de smeltende ijskappen: de zeespiegel stijgt al sinds de vorige ijstijd, 12.000 jaar geleden.

1. Ik - ijskappen
2. de zeespiegel - geleden

Standpunt? Er komen nog steeds veel jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis. Daarom moet de verkoop van alcohol aan jongeren strenger gestraft worden.

1. Er komen - ziekenhuis
2. Daarom - worden

Wat zit er volgens jou in de inleiding van een argumentatieve tekst?

Welke belangrijke elementen bevat het middenstuk van een argumentatie tekst?

Wat vind je in het slot van de argumentatieve tekst?

HUISWERK

Op 18 februari maken we een SO van Leesvaardigheid.

Daarvoor moet je hoofdstuk 1 t/m 5 hebben geleerd en gemaakt.

(We zijn al bij hoofdstuk 4) 

Huiswerk voor deze week: alle opdracht uit hoofdstuk 4 

Huiswerk voor volgende week: alle opdrachten uit hoofdstuk 5

NB MAAK JE OPDRACHTEN ONLINE!

MORGEN

MORGEN MAKEN WE EEN BEGINNETJE MET HOOFDSTUK 5 EN IS ER TIJDENS DE MEET TIJD OM HUISWERK TE MAKEN EN VRAGEN TE STELLEN.  
(EN JA, de MEET IS VERPLICHT)