This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
B-VCA
B-VCA 2
3. WERKVERGUNNINGEN
Slide 1 - Slide
Voor welke werk heb je een werkvergunning nodig?
A
B
C
D
Slide 2 - Quiz
Maak opdracht 1
bladzijde 27
Slide 3 - Slide
WERKVERGUNNINGEN
Bladzijde 27 en 28
Slide 4 - Slide
Voor welk werk moet je een aanvullende ?
Veiligheid
Gezondheid
Tijdens schilderwerk draag je een mondkapje.
Bij schilderwerk op een dak draag je een valharnas.
Je baas geeft je genoeg tijd voor je schilderwerk, zodat je niet hoeft te stressen.
Slide 5 - Drag question
Je werkt in de bouw. Jij en je collega's verbouwen een groot kantoorpand met 5 verdiepingen. Voor welk werk heb je geen aanvullende werkvergunning nodig?
A
Een muurtje metselen op de begane grond
B
Op een steiger op 10 meter hoog schilderen
C
In de kruipruimte elektriciteit aanleggen
D
Slopen van muren in het kantoorpand
Slide 6 - Quiz
Maak opdracht 2 en 3
bladzijde 28
Slide 7 - Slide
VERGUNNINGSVERSTREKKER
Bladzijde 29
Slide 8 - Slide
Wat doet de vergunningverstrekker en wat doet de vergunninghouder?
Vergunning-
verstrekker
Vergunning-
houder
Geeft de vergunning aan de uitvoerder
Voert het werk uit
Zorgt dat de machines zijn veiliggesteld
Voert de metingen uit
Slide 9 - Drag question
VERGUNNINGHOUDER
Bladzijde 4
Slide 10 - Slide
Maak opdracht 4
bladzijde 29
Slide 11 - Slide
Maak opdracht 5
bladzijde 30
Slide 12 - Slide
Wie zorgt ervoor dat de vergunning op de werkplek is?
A
De vergunninghouder
B
De vergunningverstrekker
Slide 13 - Quiz
OPERATIONELE WERKNEMERS
Bladzijde 30
Slide 14 - Slide
Stel, er is een werkvergunning voor 10 december 2020. Het is nu 11 december 2020. Mogen de operationele medewerkers nu aan het werk gaan?