H3: Verbes -re + parler

Verbes sur -re + parler
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Verbes sur -re + parler

Slide 1 - Slide

1. Les objectifs d'apprentissage
Après ce cours, tu es capable de:
1. Comprendre l'adjectif
2. Comprendre comment faire les verbes sur -re
3. Comprendre la différence entre le présent et le passé composé
4. Prononcer la partie 1 en français
5. Poser des questions

Slide 2 - Slide

2. La révision
1. Les ... filles... (grand)
2. Le ... chat ... (intelligent)
3. Une ... mère ... (gentil)
4. Marie et Claire sont ... (sportif)
5. Jean est ... (italien)

Slide 3 - Slide

3. Les verbes sur -re
1. Vind de stam van het werkwoord
Stam = hele werkwoord - re

2. Plak de juiste uitgang achter de stam.

Slide 4 - Slide

3. Les verbes sur -re
Uitgang
Je
+s
Tu
+s
Il/elle/on
-
Nous
+ons
Vous
+ez
Ils/elles
+ent

Slide 5 - Slide

3. Les verbes sur -re
Bijvoorbeeld:

Répondre (=antwoorden)

Je ...
Il ...
Nous ...

Slide 6 - Slide

De uitgangen van de werkwoorden op -re in de présent:
A
s / s / - / ons / ez / ent
B
s / s / t / ons / ez /ent
C
s / es / s / ons / ez / ent
D
es / s / - / ons / ez / ent

Slide 7 - Quiz

Werkwoorden RE, présent:
A
Je vends des frites sur la plage.
B
Je vend des frites sur la plage.

Slide 8 - Quiz

werkwoorden op -re
Tu.............(vendre)
A
vends
B
vende
C
vend
D
vendes

Slide 9 - Quiz

werkwoorden op -RE
Paula.............(rendre)

A
rends
B
rende
C
rend
D
rendez

Slide 10 - Quiz

werkwoorden op -re
Ils .............(perdre)
A
perds
B
perdent
C
perd
D
perdez

Slide 11 - Quiz

3. Les verbes sur -re
Passé composé

1. Wat is een passé composé?
2. Uit welke onderdelen bestaat de passé composé?


Slide 12 - Slide

3. Les verbes sur -re
Bij werkwoorden op -re maak de de passé composé zo:
1. Kies het juiste hulpwerkwoord (vorm van avoir/être)
2. Stam + u

Bijvoorbeeld:
Ik heb verkocht
Jij hebt genomen

Slide 13 - Slide

werkwoorden op -re
wij hebben geantwoord
A
vous avez répondu
B
nous avons répondus
C
nous avons répondre
D
nous avons répondu

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link