Ik kan luisteren naar een tekst en deze vervolgens reproduceren (namaken) in eigen woorden.
Ik werk samen met andere cursisten om een goede tekst te schrijven.
Ik gebruik een goede woordvolgorde in de zinnen die ik schrijf.
Slide 2 - Slide
Voorkennis
Je gaat luisteren naar een tekst. De titel van de tekst is Oudste eik van Nederland is mogelijk achthonderd jaar oud en staat in Noord-Brabant.
Waar denk je dat de tekst over zal gaan? Overleg met een medecursist.
5 min.
Slide 3 - Slide
Woordenschat
Wat betekenen de volgende woorden? Overleg met je medecursist:
mogelijk
vermoedelijk
aannemen
verrichten
achterhalen
10 min.
Slide 4 - Slide
De tekst
De docent leest nu de eerste alinea één keer voor. Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.
Slide 5 - Slide
Uitvoering - De tekst
De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor. Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren.
Slide 6 - Slide
De tekst
De docent leest nu de tweede alinea één keer voor. Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.
Slide 7 - Slide
Uitvoering - De tekst
De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor. Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren.
Slide 8 - Slide
De tekst
De docent leest nu de derde alinea één keer voor. Je luistert naar de tekst en je maakt geen aantekeningen.
Slide 9 - Slide
Uitvoering - De tekst
De docent leest de alinea nu voor de tweede keer voor. Je maakt aantekeningen tijdens het luisteren.
Slide 10 - Slide
De tekst navertellen
Deze opdracht maak je alleen.
Opdracht:
Maak een tekst met de aantekeningen die je hebt gemaakt. Probeer de tekst dus na te vertellen. De tekst hoeft niet precies hetzelfde te zijn, maar de inhoud moet wel kloppen.
15 min.
Slide 11 - Slide
De tekst controleren
Je bespreekt jouw tekst in een groepje.
Hebben jullie dezelfde informatie?
Kunnen jullie informatie van elkaar gebruiken?
10 min.
Slide 12 - Slide
De tekst nabespreken
Iedereen mag nu zijn/haar tekst voorlezen aan de groep.
Kloppen de teksten met het echte verhaal?
Slide 13 - Slide
De gatentekst
De docent geeft je nu een gatentekst. Probeer de ontbrekende woorden in te vullen.
10 min.
Slide 14 - Slide
De originele tekst
De docent laat nu de originele tekst zien. Heb je alle ontbrekende woorden ingevuld?
5 min.
Slide 15 - Slide
Terugkijken
Hoe heb je je goed kunnen concentreren op de tekst?
Hoe heb je aantekeningen gemaakt bij het verhaal?
Hoe is het schrijven van de tekst gegaan? Heb je een goede woordvolgorde in de zin gebruikt?