les 1 werkloosheid

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe is de afgelopen toets gegaan?
A
Heel goed
B
Goed
C
Matig
D
Slecht

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Heb je een bijbaantje?
Ja, wit
Ja, grijs
Ja, zwart
Ja, vrijwillgerswerk
Nee, wel op zoek
Nee, wil ik niet
Anders

Slide 4 - Poll

Wit werk

Betaald werk, waarover belasting en sociale premies wordt betaald. Met loonstrookje
Grijs / zwart werk

- grijs werk: onbetaald werk


- zwart werk: betaald werk, zonder belasting en sociale premies te betalen.
Dit is strafbaar!

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

4 soorten werkloosheid

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Conjuncturele werkloosheid

  • Tijdelijk
  • oorzaak: daling van lonen en/of export

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Structurele werkloosheid (1)
  • Blijvend

Slide 11 - Slide

Structurele werkloosheid 
  • een bedrijf failliet gaat.
  • een bedrijf verhuist naar het buitenland.
  • een bedrijf werk uitbesteedt naar het buitenland.
  • een bedrijf mensen vervangt door machines of computers.
  • twee bedrijven fuseren. 

Slide 12 - Slide

Seizoenswerkloosheid
  • Tijdelijk (kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele)
Voorbeelden
IJsverkoper in de winter
Skileraar in de zomer
Strandtent in de winter

Slide 13 - Slide

Frictiewerkloosheid
  • Kortdurend
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele
  • Studie → baan
  • Baan → andere baan

Slide 14 - Slide

opdrachten bespreken

Slide 15 - Slide

1

Slide 16 - Video

03:29
Er zijn verschillende soorten werkloosheid. Kies de juiste omschrijving bij de juiste soort werkloosheid
Werkloosheid die ontstaat door blijvende veranderingen.
Werkloosheid als gevolg van dalende bestedingen
Werkloosheid vanwege de tijd die het kost om te solliciteren
Werkloosheid omdat er maar een deel van het jaar werk is
Werklozen die zich hebben ingeschreven bij het UWV
Structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictie werkloosheid
Seizoenswerkloosheid
Geregistreerde werkloosheid

Slide 17 - Drag question

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van werkloosheid krijg je wanneer bedrijven zich naar het buitenland verplaatsen?
A
regionale werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
structurele werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Wanneer je een tijdje per jaar niet kunt werken noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 20 - Quiz

Conjuncturele werkloosheid is blijvend.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat betekent regionale werkloosheid?
A
Werkloosheid die niet bekend is bij UWV.
B
Dat er in een bepaald seizoen meer werkloosheid is.
C
Dat er in een bepaalde provincie meer werkloosheid is.
D
Dat er geen werk is voor bepaalde opleidingen.

Slide 22 - Quiz

Wanneer de mens wordt overgenomen door een machine is dat ... werkloosheid
A
frictie
B
structurele
C
machinale
D
conjuncturele

Slide 23 - Quiz

Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 24 - Quiz

Waar staat UWV voor?
A
Uitvoeringsinstituut WerknemersVerzekeringen
B
Uitvoeringsinstituut WerknemersVoorziening

Slide 25 - Quiz

Het UWV helpt bij het zoeken naar een baan en bij het aanvragen van een uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

maken opdrachten werkloosheid en inleveren door middel van foto

Slide 27 - Open question