Snoezelen /creatief

Snoezelen en creatieve activiteit
Binnen= beginnen
Lees de theorie en beantwoord de vragen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Snoezelen en creatieve activiteit
Binnen= beginnen
Lees de theorie en beantwoord de vragen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
deel 1: 
- Je kunt uitleggen waarom snoezelen geschikt is voor iemand met een EMB. 


Slide 2 - Slide

Planning
Instructie
Uitleg opdracht
Aan de slag

Slide 3 - Slide

Snoezelen-   maak aantekeningen

Slide 4 - Slide

Waarom Snoezelen?
Waarom snoezelen?
  • Ontspanning
  • Tegen verveling
  • Bevorderen van contactleggen
  • Prikkelen van alle zintuigen

Slide 5 - Slide

Snoezelen
Snoezelen is een activiteit om de zintuigen te prikkelen.
Zintuigen:                                                                  
- Horen
- Zien
- Ruiken
- Voelen
- Proeven

Slide 6 - Slide

Snoezelen
Snoezelen bestaat uit 2 woorden:doezelen, snuffelen.

Doezelen: ontspannen, licht slapen.
Snuffelen: ontdekken, uitproberen.

Snoezelen gebeurt meestal in een aangepaste ruimte

Slide 7 - Slide

Welke doelgroepen?
Mensen met een verstandelijke beperking
Dementerende
Kinderdagverblijven

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

lesdoel check
Schrijf de vraag en je antwoord op. 
1.Voor welke personen wordt snoezelen gebruikt als activiteit?- 
2.Waarom is snoezelen een activiteit voor een persoon met een handicap?. 
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Creatieve activiteit
- Schrijf 10 activiteiten op en leg kort uit wat de opdracht is (zie bijlage) in 2 -tallen.
- Gebruik verschillende bronnen om opzoek te gaan naar creatieve activiteiten voor verstandelijk gehandicapten.
- Dit mogen voorbeelden van spelletjes of knutselopdrachten zijn.


Slide 11 - Slide

lesdoel
deel 2:
- Je kunt een activiteit kiezen die aansluit bij het individu en/of de doelgroep, rekening houdend met de mogelijkheden.
- Je kunt een activiteit voorbereiden en een werkkaart maken.

Slide 12 - Slide

Iemand die verlamd is heeft de volgende handicap
A
motorisch
B
ernstige handicap
C
zintuigelijk
D
Autisme

Slide 13 - Quiz

Iemand met een niveau van een 12 jarige is
A
Ernstig gehandicapt
B
Matig gehandicapt
C
Licht gehandicapt
D
Motorisch gehandicapt

Slide 14 - Quiz

Over wat voor soort handicap gaat het? "Iemand kan moeilijk contact maken met andere"
A
Zintuigelijk
B
Sociale
C
Verstandelijke beperking
D
Motorisch

Slide 15 - Quiz

Laat een foto zien waar een lichamelijke handicap zichtbaar is.

Slide 16 - Open question

Wat houdt meervoudig gehandicapt in?

Slide 17 - Open question

Opdracht
-  een knutselopdracht.
- Schrijf een tekst met uitleg over de activiteit. De uitwerking voldoet aan verschillende criteriapunten
- De uitwerking van een activiteit komt in een map voor begeleiders.
- Maak een werkkaart en een voorbeeld. 
-Mag in 2- tallen. 

Slide 18 - Slide

Activiteitenprogramma
  • Doelgroep
  • leeftijd/beperking
  • brainstorm
  • schema
  • wat kan er fout gaan? + oplossing
  • Informatie:  doel en activiteiten

Slide 19 - Slide

Neem dit schema over in Word

Slide 20 - Slide

Planning toets
Theorietoets: 21 oktober
Praktijktoets: 23 oktober
Informatie volgt.

Slide 21 - Slide