Hijsen met grondverzetmachines - 4. Hijsgereedschap

Waar is de werklastfactor (belastingfactor) van afhankelijk
A
De lengte van een part van de ketting
B
Van de wijze van aanslaan van de last en de gevormde buitenhoek
C
Dit is 80% van de proefbelasting
D
Dikte van het hijsgereedschap
1 / 27
next
Slide 1: Quiz
VakleerMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Waar is de werklastfactor (belastingfactor) van afhankelijk
A
De lengte van een part van de ketting
B
Van de wijze van aanslaan van de last en de gevormde buitenhoek
C
Dit is 80% van de proefbelasting
D
Dikte van het hijsgereedschap

Slide 1 - Quiz

  • Werklast: 
Hijsgereedschap kan een belasting aan tot een bepaald maximum. Wanneer je de maximaal toelaatbare belasting overschrijdt, dus een grotere massa hijst dan is toegestaan, dan bestaat de kans dat het hijsgereedschap stuk gaat. Met belasting bedoelen we hier de nuttige last. 

De maximaal toelaatbare belasting van hijsgereedschap noem je de werklast (afkorting WLL, werklastlimiet). 
De WLL geeft de maximale massa aan en wordt in kg of t aangegeven. De WLL moet staan op het gereedschap. 

  • Werklastfactor: 
De werklastfactor, ook wel belastingfactor genoemd, bepaalt de werklast en daarmee bedoelen we hoeveel je in de praktijk maximaal mag hijsen. Deze factor is afhankelijk van de wijze van aanslaan van de last en de gevormde buitenhoek. Voor elke aanslag methode geldt een andere belastingfactor. De werklastfactor van hijsgereedschap moet op het merkplaatje of label staan dat onverbrekelijk vastzit aan het hijsgereedschap. 






Slide 2 - Slide

Waaraan kan je de WLL (werklastlimiet) van een hijsband achterhalen?
A
De kleur van de hijsband
B
De kleur van het label
C
Aantal zwarte draden die dwars in de hijsband genaaid zijn
D
Aantal zwarte draden die in lengterichting van de hijsband genaaid zijn

Slide 3 - Quiz

  • Proeflast: 
De proeflast is de belasting waarmee het hijsgereedschap is getest. De beproeving gebeurt op een trekbank of met een proefgewicht. 

De proeflast, ook wel proefbelasting genoemd, is de kracht die in N (Newton) of kN (kiloNewton) wordt aangegeven. Voor kettingwerk is de proeflast meestal twee maal de WLL. 

  • Breuklast: 
De belasting waarbij breuk optreedt noem je de breuklast, ook wel breeklast genoemd. Deze breuklast wordt ook in N of kN aangegeven. 

  • Gebruiksfactor: 
Om hijsgereedschap veilig te gebruiken moet je een ruime veiligheidsfactor aanhouden. De verhouding tussen de breuklast en de werklast noem je de gebruiksfactor. Een gebruiksfactor van 4 wil zeggen dat de werklast maximaal 1/4 van de breuklast mag zijn. Dit betekend bij een breuklast van 100 ton (980 kN) de WLL maximaal 1/4 daarvan mag zijn, dus maximaal 25 ton. En een gebruiksfactor van 5 wil zeggen dat de WLL niet meer mag zijn dan 1/5 van de breuklast. Als je de breuklast moet bepalen en je weet de WLL, dan reken je de WLL eerst om van kg of ton naar N of kN 

Slide 4 - Slide

  • Aanduidingen op het hijsgereedschap:
Op het hijsgereedschap staan in ieder geval de volgende drie gegevens

  1. WLL (Work Load Limit) 
  2. Nummer van het certificaat dat bij dit stuk gereedschap hoort en bij aanschaf is meegeleverd
  3. Datum waarop het hijsgereedschap is gekeurd (incl. naam van het keuringsbedrijf). 

  • Kwaliteitsklasse: 
Op het hijsgereedschap vind je ook vaak info over het materiaal waarvan het is gemaakt. De breuksterkte komt tot uiting in de kwaliteitsklasse die op het hijsgereedschap is vermeld. De breuksterkte is de laagste spanning waarbij het materiaal kan breken. De eenheid van breuksterkte is N/mm2. 

De meest voorkomende kwaliteitsklasse voor kettingwerk voor hijsdoeleinden is G8. G8-staal wordt ook vaak T-staal genoemd. Tegenwoordig is ook het zogenaamde Super-8-staal of V-staal verkrijgbaar. 

Het komt voor dat hijsgereedschappen uit verschillende materialen bestaan. Je mag zo'n samenstel nooit zwaarder belasten dan het onderdeel met de laagste WLL. Dit is nl de zwakste schakel. 





Slide 5 - Slide

Wat is breuklast?
A
De belasting waarmee hijsgereedschap is beproefd, dus getest.
B
Hoeveel je maximaal mag hijsen met hijsgereedschap.
C
De belasting waarbij breuk optreedt.
D
De verhouding tussen de breuklast en de werklast.

Slide 6 - Quiz

  • Overzicht van keuringseisen:








Om er zeker van te zijn dat een gekwalificeerde deskundige inspecteert, kun je een erkende instelling of rechtspersoon inschakelen, zoals een EKH-bedrijf. Na keuring wordt een conformiteitsverklaring afgegeven. 

Slide 7 - Slide

  • Voor gebruik controleren: 

  1. Zijn de verplichte merktekens zichtbaar? 
  2. Is het hijsgereedschap geschikt voor het karwei?
  3. Is de werklast voldoende? 
  4. Klopt de werklast met de bijbehorende documentatie? 
  5. Is er een certificaat aanwezig? 
  6. Is er een periodieke inspectie uitgevoerd? 
  7. Wat zijn de gebruiksinstructies van de leverancier? 
  8. Verkeert het hijsgereedschap in goede staaat? 
  9. Zijn de hijsinstructies van de last die je gaat hijsen aanwezig? 

  • Keur af wanneer: 

  1. Uiterlijke beschadiging zichtbaar is. 
  2. Pennen of bussen ontbreken. 
  3. De veiligheidsklep van de haak is. 
  4. Schalmen en haken vervormd zijn. 
  5. Er een slijtage of diametervermindering van 10% is. 
  6. Gegevens in het oog of de ring onleesbaar zijn. 

Slide 8 - Slide

Noem 3 punten die je controleert aan je hijsgereedschap voor het gebruik hiervan.

Slide 9 - Open question

  • Kettingwerk en kettingsamenstellen: 

Onder kettingwerk verstaan we hijsgereedschap dat is gemaakt van staal of staallegeringen. Tot kettingwerk rekenen we onder andere kettingen, schalmen, sluitingen, haken, ringen, wartels, oogbouten en oogmoeren. Kettingwerk valt binnen het toepassingsgebied van de Machinerichtlijn, meestal met gebruiksfactor 4. 

Kettingsamenstellen zijn hijsgereedschappen die zijn opgebouwd uit verschillende onderdelen. Een ketting die alleen bestaat uit schakels van dezelfde grootte die van hetzelfde materiaal zijn gemaakt is geen samenstel. Alleen als er hijshaken en ogen aan zijn bevestigd zijn, dan is het wel een samenstel.  

Kettingsamenstellen zijn minder gevoelig voor beschadigingen dan andere hijsgereedschappen zoals staalkabelsamenstellen en kunststof hijsbanden. 

  • Schalmkettingen: 

Kettingen kunnen kortschalmig, halflangschalmig of langschalmig zijn. Bij hijswerk mag je alleen kortschalmige kettingen gebruiken, deze zijn sterk en raken minder snel in de war. Deze kettingen hebben een inwendige schalmlengte (B) van 2.75 tot 3 maal de schalmdikte (A). 

Kortschalmige kettingen herken je aan een merkteken
minimaal in één schalm per meter. 

Slide 10 - Slide

  • Meest voorkomende kettingsamenstellen: 

Bij hijswerk in de GWW worden de volgende kettingsamenstellen het meest gebruikt: 

  1. Kettingstrop (a)
  2. Kettingleng (b) 
  3. Kettingsprong (c) 






Waarom heten deze hijsgereedschappen kettingsamenstellen in plaats van kettingen? 

 

Slide 11 - Slide

  • Veiligheidsklephaak: 

Belast een haak alleen in de lengterichting. Als je de haak onder een andere hoek belast dan kan deze op het zwakste punt verbuigen en sluit de veiligheidsklep niet meer. Het is verboden om met een open haak te hijsen. 

  • Inkorthaak: 

Met een inkorthaak maak je een bij-
behorende ketting korter. Je gebruikt 
een inkorthaak bij twee-, drie- en of 
viersprongen als je één of twee parten moet inkorten. 

C-Haken: 

C-haken zijn speciale haken voor specifieke doeleinden. Bij C-haken wordt de last rechtstreeks aan de haak verbonden zonder hijsgereedschap. De meest gebruikte C-haken zijn: 

  1. Pallethaak
  2. Insteekhaak of rioolbuizenhaak 

Slide 12 - Slide

Welk hijsgereedschap is het minst gevoelig voor slijtage?
A
Kettingen
B
Hijsbanden
C
Staalkabels
D
Luchthaken

Slide 13 - Quiz

  • Sluitingen: 

Sluitingen gebruik je bij verbindingen die je vaak losmaakt. Er zijn twee soorten sluiting: 

  1. D-sluiting
  2. Harpsluiting (H-sluiting)

  • Oogbouten en -moeren: 

Oogbouten gebruik je vaak als je lasten hijst. Deze bouten hebben dan 
een moer of een schroefhuls. De schroefdraad van de oog-bout en de schroefdraad van schroefhuls moeten van dezelfde soort zijn. 

Belast oogbouten alleen in het vlak en binnen een tophoek van 90°, dus de buitenhoek mag niet groter zijn    dan 45°. De WLL is bij een hoek van 45° ongeveer 0,6 van de verticale belasting. 


Oogbouten en oogmoeren belast je maximaal 45° in zijwaartse richting --->




Slide 14 - Slide

  • Beschadigingen voorkomen:

Door haakse (scherpe) hoeken af te schermen met rubber of hout voorkom je vroegtijdige slijtage aan hijsbanden en staalstroppen. 

Bij het hijsen van bijvoorbeeld draglineschotten moet je de hijsbanden niet 
te ver uit elkaar plaatsen. Hijsbanden dragen dan op de rand en kunnen 
makkelijk inscheuren. Dat gebeurt vooral als de last in de banden begint te 
schuiven. 

Ook is het belangrijk de maximaal veilige buitenhoek niet te overschrijden.
Je kunt dit voorkomen door bijvoorbeeld een tweesprong als 'voorloper' te 
gebruiken of een evenaar te gebruiken. 








Slide 15 - Slide

Hoeveel soorten schalmkettingen zijn er?
A
2
B
4
C
3
D
5

Slide 16 - Quiz

  • Staalkabels slagwijze en slagrichting:

Bij de slagwijze van de staalkabels is er verschil tussen de kruisslag en de langslag. Beide typen hebben ook een slagrichting: een rechtse of een linkse slag. 

De kruisslagkabel komt het meeste voor. Bij de kruisslag is de slagrichting van de kabelstrengen tegengesteld aan de slagrichting van de draden. Daardoor is de neiging tot uitdraaien beperkt. 

Bij een langslagkabel hebben de strengen en de draden in de strengen dezelfde slagrichting. Hij is hierdoor soepeler en slijt minder snel maar hij is beperkter toepasbaar door zijn grote neiging tot uitdraaien. Een vrij opgehesen last zal gaan draaien door ontwinding van deze kabel. Gebruik deze alleen bij geleide lasten zoals geleide contragewichten, liften en heiblokken. 

Zowel bij kruisslagkabel als de langslagkabel komt rechtsslag het meeste voor. Links-geslagen kabels gebruik je als ze met rechts-geslagen kabels moeten samenwerken om een draaivrij geheel te vormen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een meerdraadsgrijper. 










Slide 17 - Slide

  • Eindverbindingen:

Eindverbindingen van staalkabels zijn uitgevoerd als permanente verbindingen. De meest gebruikte permanente verbindingen zijn: 

  • Superloopverbinding, ook bekend als Super Splice verbinding


  • Taluritverbinding




  • Staalkabelstroppen en staalkabelsamenstellen: 

Een staalkabelstrop bestaat uit een lengte staalkabel met aan beide zijden een eindverbinding, bijvoorbeeld een superloopverbinding of taluritverbinding. 

Een staalkabelsamenstelsel bestaat uit één of meer staalkabelstroppen, verbonden met bijbehorend kettingwerk zoals topschalmen, haken en sluitingen







Slide 18 - Slide

  • Staalkabel controleren:

Jij bent verantwoordelijk voor de dagelijkse controle van het hijsgereedschap, als het niet in orde is moet je het afkeuren. In de volgende gevallen keur je staalkabel af: 

  1. Als de slijtage zo ver gevorderd is, dat de buitenste draadjes zichtbaar tot de helft zijn afgesleten. Ze vormen dan in de strengen een aaneengesloten vlak. De werkelijke vermindering van de oppervlakte van de doorsnede is dan per draadje ongeveer 40%.
  2. Als er een kink in de kabel zit.
  3. Als er sprake is van in- of uitwendige roestvorming.
  4. Als er breuknesten zijn.
  5. Als er uiterlijke beschadigingen of vleeshaken zijn.
  6. Als 10% van de draadjes over een lengte van 30 maal de kabeldiameter gebroken zijn.
  7. Als de merktekens onleesbaar zijn.











Slide 19 - Slide

  • Eigenschappen van hijsbanden:

Hijsbanden zijn gemaakt van kunststof, daardoor hebben ze een paar voordelen. 

  1. Ze roesten niet. 
  2. Ze beschadigen de last niet of nauwelijks. 
  3. Ze zijn bijna even sterk. 
  4. Ze wegen minder. 
  5. Ze zijn goedkoper om aan te schaffen en te onderhouden. 

Ze hebben ook nadelen: 

  1. Ze zijn niet zo goed bestand tegen zonlicht. 
  2. Ze mogen niet in aanraking komen met zuren, alkaliën, oxidatiemiddelen of organische oplosmiddelen. 
  3. Ze raken snel beschadigd. 

Tijdens het leggen van rioolbuis met afdichtring gebruik je een hijsband om de buis in de kraag van de vorige rioolbuis te trekken. Daarbij wordt de hijsband zwaar belast en je beschadigd de hijsband hierbij, je zal hem dus op tijd moeten vervangen. 












Slide 20 - Slide

  • WLL:

Hijsbanden hebben een kleur die correspondeert met de maximale werklast (WLL) van een enkel direct aangeslagen hijsband. De kleuren van de hijsbanden zijn genormaliseerd, maar in de praktijk kan je hier niet blindelings op vertrouwen. Kijk dus altijd naar de gegevens op het label van de hijsband. 

Op het label van de hijsband moeten de volgende gegevens staan: 

  1. de WLL van een direct aangeslagen hijsband in kg voor waarden onder de 1000 kg en in tonnen (t) voor waarden van 1 ton en meer
  2. de werklast bij verschillend gebruik
  3. het materiaal van de hijsband
  4. de gebruiksfactor
  5. de nominale lengte in meters
  6. de naam van de fabrikant
  7. het serienummer.












Slide 21 - Slide

  • Soorten hijsbanden:

Er zijn twee soorten kunststof hijsbanden: 

  1. platte hijsbanden. 
  2. ronde hijsbanden. 

  • Gebruiksfactor van hijsbanden: 

Hijsbanden hebben een gebruiksfactor van 7. 
Bij een hijsband met een WLL van 2 ton, zal de 
hijsband pas breken wanneer er een kracht van 
14 ton op de hijsband wordt uitgeoefend. 

Omdat een hijsband gevoeliger is voor slijtage dan een ketting, is de WLL van de hijsband 7 maal kleiner gemaakt dan bijvoorbeeld de gebruiksfactor 4 van een ketting. 















Slide 22 - Slide

Noem 3 punten waarop je een hijsband controleert voordat je er mee gaat werken.

Slide 23 - Open question

  • Hijsbanden controleren:

Hijsbanden moet je vervangen als je bij controle een van de volgende dingen ziet: 

  1. als de WLL-markering van de hijsband onduidelijk of niet aanwezig is (geen label)
  2. als de ‘las’ (dubbele stiksel/eindoverlap) in de hijsband is losgescheurd
  3. als de garens van de hijsband over een breedte van meer dan 10% van de hijsbandbreedte duidelijk zichtbaar zijn beschadigd
  4. als de ‘inslaggarens’ (tonnage-stiksels) over een lengte van meer dan 5 cm zijn beschadigd
  5. als schade op het oppervlak van de hijsband door slijtage of insnijden meer dan 10% van de hijsbandbreedte bedraagt
  6. als het totale oppervlak van de hijsband is aangetast door slijtage (schuren langs ruwe betonbuizen, etc.)
  7. als de hijsband zwaar vervuild is of aangetast door zuren (vloeistoffen)
  8. als de band beschadigd is door contact met chemicaliën.

















Slide 24 - Slide

  • Hijsankers:

Hijsmiddel dat je toepast bij prefab betonelementen, een voorbeeld is een knobbelhaak. Hijsankers vallen onder de regels voor kettingwerk. 

  • Hijsklemmen: 

Met hijsklemmen kun je en last hijsen door deze vast te klemmen 
tussen een stel klauwen of klemvakken. Enkele voorbeelden van 
een hijsklem zijn de horizontale of verticale platenklem en de 
blokken of stenenklem. Behalve de WLL moet ook het klembereik op de klem staan. Dit is de minimale of maximale dikte van het materiaal dat je met de klem kunt hijsen. 




















Slide 25 - Slide

Noem nog 2 niet besproken hijsgereedschappen

Slide 26 - Open question

  • Scharenklemmen:

Scharenklemmen zijn speciale hijsklemmen die je kan gebruiken voor het hijsen van een een voorwerp met een wat kleinere diameter, zoals buizen, trottoirbanden en boomstammen. 

  • Betonkubels: 

Betonkubels worden gebruikt om te storen. Wanneer je met een kubel aan de 
hijshaak werkt of rijdt, moet je zorgen dat hij niet te veel danst. 

  • Vacuüm hijsgereedschap: 

Bepaalde grote platten voorwerpen kun je met vacuüm hijsgereedschap hijsen als het oppervlak maar niet poreus is. Denk aan glasruiten en stelconplaten. Als je hoger hijst dan 1.5 meter dan moet je een uitvalbeveiliging of een borging aanbrengen op het vacuüm hijsgereedschap. 

Ook buizen kun je met een speciaal ontworpen vacuümklem verplaatsen. 



























Slide 27 - Slide