herhaling h5

Welkom, wat fijn dat je er bent!

  1. Ga zitten op je plek
  2. Pak een pen & rekenmachine
  3. Open je boek op blz. 156
  4. Kauwgom uit + eten en drinken weg
  5. Open je schrift bij het huiswerk

timer
3:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom, wat fijn dat je er bent!

  1. Ga zitten op je plek
  2. Pak een pen & rekenmachine
  3. Open je boek op blz. 156
  4. Kauwgom uit + eten en drinken weg
  5. Open je schrift bij het huiswerk

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Deze les

  • Weet je waar hoofdstuk 5 overging
  • Kun je de quizvragen maken van hoofdstuk 5
  • Heb je voor jezelf gemarkeerd wat je nog niet wist

Slide 2 - Slide

Hoofdstuk 5
Wat weet je nog?

Slide 3 - Mind map

Pak je samenvatting erbij!
Kijk voor jezelf de samenvatting na en maak een keuze. Zorg dat je de stof goed doorneemt, voor de quiz straks!

1. Zelfstandig in stilte aan de slag met de oefenopgave 
op blz. 121. Met behulp van de samenvatting. 
2. Samen met mij de samenvatting door, 
waarbij ik uitleg geef over de onderwerpen.
timer
15:00

Slide 4 - Slide

Welke wet bevat regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden?
A
Arbeidstijdenwet
B
Arbowet
C
Algemene wet gelijke behandeling
D
UWV

Slide 5 - Quiz

Het minimumjeugdloon geldt tot
A
16 jaar
B
18 jaar
C
21 jaar
D
23 jaar

Slide 6 - Quiz

Loonbelasting en premies worden ingehouden op je
A
Brutoloon
B
Nettoloon

Slide 7 - Quiz

Het salaris dat op je rekening wordt gestort is je
A
Brutoloon
B
Nettoloon

Slide 8 - Quiz

Twee vrienden hebben samen een ijssalon. Ze hebben samen de leiding en er zijn geen aandelen uitgegeven. Welke ondernemingsvorm heeft hun bedrijf?
A
Besloten vennootschap
B
Eenmanszaak
C
Naamloze vennootschap
D
Vennootschap onder firma

Slide 9 - Quiz

Als een Besloten vennootschap (BV) failliet gaat lopen de eigenaren kans dat ze hun privégeld kwijtraken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Iedereen die dat wil, kan aandelen van een naamloze vennootschap (NV) kopen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Van wie komt de vraag naar arbeid?
A
De beroepsbevolking
B
Werkgevers
C
Werknemers
D
Werklozen

Slide 12 - Quiz

Welk begrip past het beste bij deze omschrijving: "Iedere medewerker doet het werk waar hij goed in is. Je hebt elk je eigen specialisatie"?
A
Arbeidsparticipatie
B
Arbeidsintensief
C
Arbeidsverdeling
D
Arbeidsproductiviteit

Slide 13 - Quiz

Afsluiting
  • Heb je voor jezelf dingen gemarkeerd?
  • Weet je waar hoofdstuk 5 overging?
  • Kon je de quizvragen maken van hoofdstuk 5?

Volgende les: 
Huiswerk maak de oefentoets van hoofdstuk 4 af en kijk het na!

Slide 14 - Slide