11.2 bevruchting

11.2 bevruchting
1 / 43
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

11.2 bevruchting

Slide 1 - Slide

leerdoelen
Na deze week weten jullie: 
- Hoe een zwangerschap ontstaat en wanneer er sprake is van bevruchting 
- wat er gebeurt in de baarmoeder na de bevruchting 
- Hoe een zwangerschap voorkomen had kunnen worden, en welke anticonceptiemiddelen er zijn. 

Slide 2 - Slide

11.2 bevruchting
Deze paragraaf verdelen we in twee delen:
- les 1 Bevruchting  
- les 2 anticonceptiemiddelen en Soa's 

Slide 3 - Slide

De bevruchting

Slide 4 - Slide

Hoe werkt de bevruchting?
Eicel na ovulatie in de eileiders. 
Tijdens de geslachtsgemeenschap gaat de penis de vagina binnen. 
De zaadcellen zwemmen na de zaadlozing de baarmoeder in en gaan opzoek naar de eicel. 
Ze maken een tocht van 15 cm. 

Slide 5 - Slide

De bevruchting:
Als de zaadcellen de eicel hebben gevonden gebeurd het volgende:
1. De zaadcellen proberen allemaal de eicel binnen te dringen. Dit zal maar 1 zaadcel lukken, dit is de "winnaar". Als de eerste zaadcel de eicel binnen is sluit de eicel zich af voor de andere zaadcellen. 
2. Als de zaadcel de eicel binnen is gedrongen versmelten beide kernen van de cellen. 
3. Hierna is de eicel bevrucht, en is er nog maar 1 kern over. 

Slide 6 - Slide

Nu in plaatjes: 

Slide 7 - Slide

De bevruchte eicel
De bevruchte eicel vervolgt zijn reis door de eierstok naar de baarmoeder deze reis duurt 4/5 dagen. 
Als de eicel in de baarmoeder aankomt gaat hij in het baarmoederslijmvlies zitten. Dit noemen wij innesteling.
De eicel noemen wij nu een embryo. 
zodra de embryo is ingenesteld is de vrouw zwanger.

Slide 8 - Slide

nu in een plaatje:

Slide 9 - Slide

Hoe noemen we de eicel na de innesteling?
A
Embryo
B
Zygote
C
baby
D
foetus

Slide 10 - Quiz

leg in een verhaaltje uit wat er gebeurd met een eicel van ovulatie tot innesteling wees zo precies mogelijk.

Slide 11 - Open question

waar komen de zaadcellen de baarmoeder binnen?
A
Vagina
B
Baarmoedermond
C
baarmoederslijmvlies
D
urinebuis

Slide 12 - Quiz

Hoe noemen we het als de eicel in het baarmoederslijmvlies gaat zitten?

Slide 13 - Open question

anticonceptie 

Slide 14 - Slide

leerdoelen
Na deze week weten jullie:
- Hoe een zwangerschap ontstaat en wanneer er sprake is van bevruchting
- wat er gebeurt in de baarmoeder na de bevruchting
- Hoe een zwangerschap voorkomen had kunnen worden, en welke anticonceptiemiddelen er zijn. 

Slide 15 - Slide

Wat is anticonceptie?
anticonceptie -> voorbehoedsmiddelen 

                          voorkomen:
                                    - zwangerschap
                 - soa's 

Slide 16 - Slide

Goede anticonceptie?
een goed voorbehoedsmiddel voldoet aan drie eisen:
1. het voorkomt een zwangerschap
2. Het is gemakkelijk in gebruik
3. het is niet schadelijk voor de gezondheid 

Slide 17 - Slide

het condoom
Het condoom:
- voorkomt Soa's en zwangerschap 
is heel betrouwbaar
Elke keer geslachtsgemeenschap een nieuwe  

een hoesje dat om de penis zit en de zaadcellen opvangt. 
Te vinden in supermarkten, drogisterijen en via internet.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

De pil
De pil:
- voorkomt zwangerschappen door hormonen in het lichaam af te geven. 
Die hormonen voorkomen de eisprong. en maken het baarmoederslijmvlies dikker 
- gebruikt door vrouwen 
- heel betrouwbaar 
- elke dag slikken 
- 3 weken slikken en 1 stopweek, die week is een vrouw ongesteld. 
te halen bij de apotheek 


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

anticonceptiepleister
de anticonceptiepleister
De pleister is heel betrouwbaar.
pleister zit op de huid. 1 pleister voor 1 week. na 3 weken heb je een stopweek en word een vrouw ongesteld. 

De pleister geeft hormonen af die de eisprong remmen. De hormonen zorgen ook voor dikke baarmoederslijmvlies. 

Slide 22 - Slide

anticonceptiepleister 

Slide 23 - Slide

anticonceptiestaafje 
ook wel het hormoonstaafje
Het hormoonstaafje word in de huid aangebracht. Deze geef een hormoon (progestageen) af. Dit hormoon remt de rijping van de eicel. 
Het hormoonstaafje is heel betrouwbaar. 
het hormoonstaafje zit 3 jaar lang in de huid. 

Slide 24 - Slide

het anticonceptiestaafje

Slide 25 - Slide

Het Spiraaltje
Wordt aangebracht in de baarmoeder door de huisarts. 
is heel betrouwbaar 
werkt met zaaddodende gel of hormonen 
de hormonen zorgen ervoor dat de bevruchte eicel niet kan innestelen. 
werking is 5-8 jaar
Zorgt voor een onregelmatige menstruatie 

Slide 26 - Slide

het spiraaltje 

Slide 27 - Slide

sterilisatie 
Moet door doctoren in het ziekenhuis gedaan worden. 
Is heel betrouwbaar en niet omkeerbaar.
de zaadleiders en eileiders worden doorgesneden.
hierna kan en man of vrouw nooit meer kinderen krijgen.

Slide 28 - Slide

Sterilisatie 

Slide 29 - Slide

prikpil 
Heel betrouwbaar
Een hormoon (progestageen) wordt in het lichaam gespoten.
Dit hormoon zorgt ervoor dat er geen eicel rijpt en dat de baarmoeder zich niet gaat klaarmaken voor de innesteling. 

Om de drie maanden moet de prikpil opnieuw gezet worden door de huisarts. 

Slide 30 - Slide

De prikpil 

Slide 31 - Slide

Coïtus interruptus 
Ookwel: "voor het zingen de kerk uit" 

Hiermee wordt bedoeld dat een man voor de zaadlozing de penis uit de vagina trekt. 
Dit is NIET betrouwbaar. 
Waarom: Voordat een man klaarkomt komt er al een beetje sperma uit de penis. Dit noemen wij voorvocht. 

Slide 32 - Slide

Coïtus interruptus 

Slide 33 - Slide

De morning-after pil 
De morning-after pil kan je halen als je onveilige seks hebt gehad en bang bent voor een zwangerschap. 
De pil werkt het beste als je hem binnen 12 uur na de geslachtsgemeenschap inneemt, maar kan werken tot 72 uur na de geslachtsgemeenschap. 
Hij is te kopen bij drogisterijen. 
In de pil zitten hormonen die de eisprong remmen, en de kans op innesteling verkleinen. 

Slide 34 - Slide

De morning-after pil 

Slide 35 - Slide

Abortus 
Abortus= het weghalen van het embryo/foetus
Dit gebeurd in een kliniek. 
Abortus kan tot 24 weken na de bevruchting. Hiervoor heb volgt er eerst een gesprek in de kliniek.

Slide 36 - Slide

abortus

Slide 37 - Slide

SOA's
Seksueel overdraagbare aandoeningen. 
- herpes
- syfilis
- HIV
- genitale wratten
- hepatitis B
 

Slide 38 - Slide

Welk voorbehoedsmiddel beschermd tegen een zwangerschap en tegen SOA's?
A
De pil
B
een spiraaltje
C
het condoom
D
de prikpil

Slide 39 - Quiz

Waarom is coïtus interruptus niet betrouwbaar?

Slide 40 - Open question

leg zo uitgebreid mogelijk de werking van de pil uit.

Slide 41 - Open question

Wat is het gevaar van een anticonceptiemiddel met hormonen?

Slide 42 - Open question

Wat gebeurd er als een persoon gesteriliseerd word?

Slide 43 - Open question