M&M HFD 3 De zorg van de overheid - 3.2 Hoe rijk is het rijk? (economie)

3.2 Hoe rijk is het rijk?
Leerdoelen
3.2 Hoe rijk is het rijk?

1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Hoe rijk is het rijk?
Leerdoelen
3.2 Hoe rijk is het rijk?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kan vertellen wat miljoenennota en rijksbegroting zijn.
  2. Je kan uitleggen wat de belastingdienst doet.
  3. Je kan benoemen welke 2 inhoudingen op loon worden gedaan.
  4. Je kan 2 andere soorten belastingen noemen en uitleggen.
  5. Je kan het verschil tussen bruto- en nettoloon uitleggen. (KBL)
  6. Je kan de bereking van het nettoloon toepassen. (KBL)
  7. Je weet wat collectieve voorzieningen zijn.
  8. Je kan het verschil tussen de collectieve en particuliere sector uitleggen.(KBL)

Slide 2 - Slide

Het Rijk
De Nederlandse overheid = het Rijk

Het Rijk maakt plannen voor Nederland bijv. wegen aanleg
Deze plannen kosten geld.
Tekst
Tekst

Slide 3 - Slide

Rijksbegroting en miljoenennota
  • Welke plannen de regring heeft en hoe ze betaald wordt op prinsjesdag (3e dinsdag in september) bekend gemaakt.

  • Tijdens de troonrede worden de plannen door de koning voorgelezen en  de minister van Financiën brengt het koffertje met de rijksbegroting en de miljoenennota naar de 2e kamer.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Hoe komt de gemeente aan inkomsten?
Tekst
Tekst

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Video

Belastingen
  • Veel inkomsten komen uit de belastingen. bijv. loon en inkomsten belasting
  • Je werkgever betaald geld dat afgaat van je loon (belasting dus) aan de belastingdienst.
  • De belastingdienst zorgt dat alle belastingen bij de overheid komen. De plannen uit de rijksbegrotingen worden hiermee betaald.




Slide 9 - Slide

Loon en inkomstenbelasting
Op je loon wordt ingehouden :
1.Premies voor de sociale zekerheid > sociale uitkeringen  bijvoorbeeld werkloosheid of WW, Ziektewet
2.Loonbelasting

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Andere belastingen
  • De btw: als je iets koopt betaal je ook belasting.
  • BTW= Belasting over de Toegevoegde Waarde.
  • De verkoper draagt dit (de btw) af aan de belastingdienst
  • Accijns: Extra verbruiksbelasting (bijv. over sigaretten, sterke drank en benzine). Doel is dat mensen ze minder gaan kopen. (ongezond)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Bruto- of nettoloon (KBL)
  • Brutoloon: van het afgesproken loon worden inhoudingen vanaf gehaald. Dit deel gaat naar de overheid.
  • Nettoloon: Het geld dat je ontvangt is het nettoloon.

  • Berekenen van het nettoloon:
brutoloon - inhoudingen = nettoloon

Slide 14 - Slide

Geld over of geld tekort (KBL)
  • Als het rijk meer inkomsten heeft dan verwacht, houden ze geld over = begrotingsoverschot.
  • Hebben ze meer uitgaven dan inkomsten = begrotingstekort.

  • 3 maatregelen om het tekort te verminderen:
1. Bezuinigen (minder geld uitgeven aan bijv. musea of sport)
2. Belastingverhoging (mensen  moeten dan meer betalen)
3. Geld lenen 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Ministeries
  • Het bestuur van Nederland is verdeeld in ministeries (afdelingen). 
  • Een minister staat aan het hoofd van een ministerie. 
  • Elk ministerie heeft een bepaalde hoeveelheid geld om uit te geven. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Collectief 
  • Collectieve voorzieningen: iedereen kan er gebruik van maken (brandweer, politie)
  • Dingen die door de overheid worden betaald en georganiseerd.
  • Het is de collectieve sector.
Particulier
  • De particuliere sector
  • Bedrijven en instellongen die niet tot de collectieve sector behoren.
  • Bijv.: banken en winkels.
  • De oveheid kan deze een opdracht geven. Het rijk betaalt dan voor deze dienst.
  • Het bedrijf levert een dienst.
  • Willen winst maken

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Welke instelling hoort NIET bij de collectieve sector?
Tekst
A
Belastingdienst
B
Het Perron
C
ING Bank
D
Gemeente Dronten

Slide 21 - Quiz

Het verschil tussen bruto- en nettoloon is...
A
Brutoloon is als je voor de belastingdienst werk
B
Er is geen verschil
C
Nettoloon is loon zonder premies
D
Nettoloon is met accijns

Slide 22 - Quiz

Wat doet de belastingdienst?

Slide 23 - Open question

Je brutoloon is €1.850. Daarop wordt €165 aan loonbelasting en €92 aan sociale premies ingehouden. Wat is je nettoloon? (KBL)

Slide 24 - Open question

Opdracht 

Zoek uit welke ministeries er zijn. Doe dit op https://www.rijksoverheid.nl/ministeries 
Zie volgende dia.


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link