H1 Basis 4 Frankrijk onder Napoleon

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

planning

• Terugblik: Welk woord weg
• Basis  4: Frankrijk onder Napoleon 
• Bespreken opdrachten basis 2 & 3
• Verder met de tijdlijn

Welk woord weg?

1. Absolutisme- Standensamenleving- Adel- Privileges

2. Staten Generaal- Bestorming Bastille- Verklaring rechten van de mens- Lodewijk onthoofd

3. Robespierre- Terreur- Directoire- Guillotine 

Wat is geen oorzaak van de Franse Revolutie?

1. Lodewijk XVI wordt terechtgesteld
2. De 3de stand mocht niet meebslissen
3. Er waren misoogsten
4. Lodewijk XVI had grote schulden

Wat is het startmoment van de Franse Revolutie?

1. De eed op de kaatsbaan
2. de onthoofding van Lodewijk XVI.
3. De bestorming van de Bastille
4. De invoering van de grondwet

wat was het doel van de Franse revolutie?

1. meer macht voor het volk
2. meer macht voor de koning
3. meer macht voor de adel
4. meer macht voor de geestelijkheid

Frankrijk onder Napoleon

Waar waren we?

• De terreur: de revolutie tot in het extreme
• De dood van Robespierre markeerde het einde van de Terreur.

Napoleon grijpt de macht

• Nog steeds veel ontevredenheid
• -> armoede
• -> honger
• Franse leger erg belangrijk
• -> nog steeds oorlogen met andere landen
• 1799: Napoleon grijpt de macht
• -> populair
• -> succesvol

Het bestuur van Napoleon

• Grondwet: weinig veranderd
• Rechtspraak: ook gelijkheid
• Nieuw: burgerlijke stand = administratie van alle burgers (geboorte, huwelijk en overlijden)
• Nieuw: Dienstplicht 
• Maar: dictatuur = bestuur waar één persoon de macht heeft

Het bestuur van Napoleon

• 1804: Napoleon kroonde zichzelf tot keizer
• Napoleon bleef populair = rust en orde in Frankrijk

Lodewijk XVI

Napoleon Bonaparte

www.hetklokhuis.nl

Oorlog in Europa

• Napoleon veroverde bijna heel Europa
• Tot 1812: Grote nederlaag in Rusland (strenge winter)
• 1814, verbannen naar Elba, 
  ontsnapt
• 1815: Verslagen bij Waterloo
• 1815: verbannen naar St. Helena, sterft in 1821

Tijdlijn

Bronopdracht

1. Je gaat oefenen met de begrippen. Dit doe je door basis 1-4 te gebruiken. 

2. Lees de opdracht door en koppel de begrippen aan de periodes.

3. Lever de opdrachten ( 3 opdrachten) bij HAC in.