Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Facilitaire dienstverlening
Zuleyha Karadirek
& Kubra Deveci
Slide 1 - Slide
WELKOM !
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Les procedure
1. Doel van de les
2. Theorie
3. Maken van de vragen / voor kader extra opdracht
4. Bekijken van de instructiefimpjes
5. Uitvoeren van de opdracht
6. Evaluatie
Slide 4 - Slide
Doel van de les
De leerling kan etiketten herkennen en deze uitleggen van verschillende soorten textiel, deze strijken en opvouwen volgens de gegeven instucties en deze vaardigheid ook laten zien.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Voordat je begint met het wassen van een textielstuk moet je het volgende doen...
A
Lezen van het behandelingsetiket
B
Textiel nat maken voordat je het in de was gooit
C
Weken me wasmiddel
D
Alle antwoorden zijn goed
Slide 10 - Quiz
Wat betekent dit symbool?
A
Niet strijken
B
Heet strijken (200 graden)
C
Lauw strijken (110 graden)
D
Warm strijken (150 graden)
Slide 11 - Quiz
Wat betekent dit symbool?
A
Wassen op 60 graden kreukelherstellend
B
Drogen op 60 graden
C
Niet wassen
D
Wassen op 60 graden
Slide 12 - Quiz
Wat betekent dit symbool?
A
Bleken niet mogelijk
B
Koud bleken met bleekwater
C
Warm bleken met bleekwater
D
Bleken
Slide 13 - Quiz
Wat betekent dit symbool?
A
Droogtrommel lage stand
B
Niet bleken
C
Niet chemische reinigen
D
Niet drogen in droogtrommel
Slide 14 - Quiz
Wat betekent dit symbool?
A
Wassen op 95 graden
B
Wassen op 95 graden kreukherstellend
C
Strijken op 95 graden
D
Drogen op 95 graden
Slide 15 - Quiz
Wanneer je was sorteert maak je verschillende soorten groepjes. hoeveel groepjes kan je maken?
A
5
B
2
C
6
D
3
Slide 16 - Quiz
Maak de zin af. Fijne was is was...
A
Met een speciaal teken op het behandelingsetiket
B
Dat kwetsbaar is
C
Dat is gemaakt van tere, dunne stof
D
Alle bovengenoemde antwoorden
Slide 17 - Quiz
Op hoeveel graden mag wol gewassen worden?
A
60 graden
B
95 graden
C
30 graden
D
40 graden
Slide 18 - Quiz
Wat wordt er bedoeld met detergenten?
A
Stoffen die vuil verwijderen uit kleding
B
Houd kalkdeeltjes uit het water
C
Verwijderd bloed en voedselvlekken
D
Geurstoffen die het water lekker laat ruiken
Slide 19 - Quiz
Er zijn verschillende soorten strijkijzers. hoeveel soorten heb je er in totaal?
A
2
B
4
C
3
D
Dat is niet waar je hebt maar 1 soort
Slide 20 - Quiz
Het zorgt ervoor dat er water tussen de textielvezels komt. dit is een...
A
Gewoon strijkijzer
B
Strijkmachine
C
Stroomstrijkijzer
D
Alle strijkijzers
Slide 21 - Quiz
Met platgoed wordt bedoeld....
A
Theedoeken en lakens
B
Kleding
C
Vieze kleding
D
Kleding waarvan vlekken er niet uit gaan
Slide 22 - Quiz
Deze gebruik je als er platgoed gestoken moet worden. dit is een...
A
Gewoon strijkijzer
B
Stoomstrijkijzer
C
Strijkmachine
D
Strijkrobot
Slide 23 - Quiz
Waar moet je op letten tijdens het aanschaffen van een strijkplank?
A
Dat de plank heel hoog staat
B
Dat de breedte goed is
C
Dat er een mooi beschermhoes over heen zit
D
Dat de plank heel laag staat
Slide 24 - Quiz
Opdracht
Basis leerlingen: Maken van één filmpje over hoe je een t-shirt moet strijken vouwen. zet deze vervolges op lessonup
(Gebruik filmpjes van LessonUp als voorbeeld)
timer
30:00
Slide 25 - Slide
Opdracht
Kader leerlingen: Maken van één filmpje over hoe je een overhemd moet stijken en vouwen, zet deze vervolgens op lessonup
(Gebruik filmpjes van LessonUp als voorbeeld)
timer
25:00
Slide 26 - Slide
Zet hier een foto/plaatje waarmee jij deze les evalueert!