Herhaling 4.1 en 4.2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Herhaling 4.1 en 4.2

In welke periode is dit hoofdstuk?

1. Oudheid
2. Prehistorie
3. Vroegmoderne tijd
4. Middeleeuwen

Welke jaartallen horen bij het tijdvak : de tijd van monniken en ridders

1. 0-500
2. 500-1000
3. 750-1250
4. 1000-1500

Hoe werd het Frankische Rijk bestuurd?

Er was politieke verdeeldheid, omdat?

1. Leenheren te machtig werden
2. leenmannen ook weer leenmannen aanwezen
3. Leenmannen niet deden wat ze moesten doen
4. Leenheren zorgde ervoor dat leenmannen het slecht hadden

Leg in eigen woorden wat het leenstelsel is?

Waarom was het onveilig in de rond 800 tot 1000?

1. Door Viking invallen
2. Doordat er deze periode veel gesloten werd
3. Omdat er te weinig ridders waren

Hoe heet het als je iemand wil overtuigen voor een andere godsdienst?

1. Overhalen
2. Bekeren
3. Toelaten
4. Vernieuwen

Een missionaris heeft een speciale 'missie', wat voor missie?

1. Het christendom verspreiden
2. Een missie om mensen naar de kerk te krijgen
3. Missie om het veilig te houden in het rijk

Wat is de betekenis van het begrip: heiden?

De verspreiding van het christendom in Europa is een kenmerkend aspect van:

1. Jagers en boeren
2. Grieken en Romeinen
3. Monniken en ridders
4. Steden en staten

Wat is een klooster?

Monniken leven in kloosters, wat zijn monniken?

1. Mensen die geloof verspreiden
2. Iemand die afgescheiden van de samenleving leeft
3. Mensen die anderen mensen bekeren

Het volgende van 4.1 en 4.2 snap ik nog niet zo goed..