fictie CR

fictie
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

fictie

Slide 1 - Slide

Hoofdpersoon in een verhaal

-De belangrijkste persoon;
-karaktereigenschappen,
  uiterlijk , vrienden, familie;
-heeft een doel, probleem of
 opdracht;
-ondervindt vaak hobbels op de weg bij bereiken doel

Bijfiguren in een verhaal

- Minder belangrijk persoon;
- je weet er minder van;
- is vaak de helper of tegen-
  stander van de hoofdpersoon

Slide 2 - Slide

Ruimte
Waar speelt het verhaal zich af?
Wat voor weer is het?

Slide 3 - Slide

De hoofdpersoon....
...heeft een doel: hij wil iets bereiken,
...heeft een helper, deze helpt om dit doel te bereiken,
...heeft een tegenstander, deze maakt het de hoofdpersoon
   moeilijk, werkt tegen bij het bereiken van het doel.

Hoe meer de hoofdpersoon wordt tegengewerkt, hoe spannender het verhaal wordt.

Slide 4 - Slide

Opdracht:
Je krijgt een fragment uit de James Bondfilm 'Skyfall' te zien.

Je noteert de manier(en) waarop James Bond wordt tegengewerkt.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

(Niet)realistische verhalen       
Is het verhaal ongeloofwaardig? Of juist heel geloofwaardig?

|_________________________|_______________________|
totaal niet realistisch             een beetje                     heel realistisch

Slide 7 - Slide

Vertelperspectief
Wanneer je een verhaal leest, bekijk je alles vanuit een bepaalde persoon. Dat noem je vertelperspectief.

-Ik perspectief: alles wordt verteld door de persoon in de ik-vorm.
-Hij/zij perspectief: alles wordt verteld door de persoon in de
  hij/zij vorm.

Slide 8 - Slide

Ruimte
Waar speelt het verhaal zich af?

Wat zijn de weersomstandigheden? --->doel

Slide 9 - Slide

Opdracht
In Classroom:
Je gaat verder met de opdracht van gisteren.
Noteer (het verhaal dat je gisteren hebt gelezen) wat je weet over - de hoofdpersoon / bijfiguur / vertelperspectief/ ruimte/ wel of niet realistisch

Slide 10 - Slide