M4c de toch-niet-allerlaatste-les-voor-het-examen

De toch niet laatste les
voor het examen!
- examentraining leerlingen doorgeven
- uitdelen gemaakte oefenexamen op papier + andere papieren die ik nog van je heb
- aandachtspunten n.a.v. oefenexamens
- tips en aandachtspunten per vraagtype
- kleine toch-niet-aller-laatste-les-voor-het-
examen quiz! 

1 / 46
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De toch niet laatste les
voor het examen!
- examentraining leerlingen doorgeven
- uitdelen gemaakte oefenexamen op papier + andere papieren die ik nog van je heb
- aandachtspunten n.a.v. oefenexamens
- tips en aandachtspunten per vraagtype
- kleine toch-niet-aller-laatste-les-voor-het-
examen quiz! 

Slide 1 - Slide

Waarom toch niet de laatste les?
De herkansingen zijn van woensdag naar donderdag verzet.

Wat gaan we nu woensdag doen?
- quiz?
- Ik ga met een groepje dat beter wil worden in tekstverklaren voor Engels (centraal examen) oefenen. 
- De rest mag leren voor de herkansingen, op één voorwaarde: je doet dit in stilte, ik heb geen last van je en je hebt materiaal van het vak bij waarvoor je wilt leren. Je hebt vooraf een plan voor welk vak je gaat leren! 

Slide 2 - Slide

Examentraining Engels
Meer informatie volgt van de
mentor, meneer Hardorff of
mevrouw Goei. 

Slide 3 - Slide

Fouten die ik ben tegengekomen:
Vraag: "citeer de eerste twee woorden"
Bram: "alinea 2"
Idrees: "2"

Vraag: "noem de alinea waarin ....."
Bram: "You see.. alinea 4"
Idrees: exact hetzelfde antwoord
Rudy: "B"

Slide 4 - Slide

Fouten die ik ben tegengekomen in het oefenexamen:
Multiplechoicevraag / vraag
Loek: _____ -> 2x niks ingevuld
Vul AUB altijd iets in! 

Open vraag, met de tekst "Geef antwoord in het Nederlands"
Dylan, Lars, Milou: Engels antwoord -> 0 punten!


Slide 5 - Slide

Uitdelen oefenexamen (2023) op papier
Onvoldoende?
Maak echt nog een aantal extra examens! Op examenkracht of papieren examens. 

Slide 6 - Slide

Wat kun je voor je examen doen?
- de woordenlijst van de examenvocabulaire uit je hoofd kennen
- de meestgestelde vragen kunnen vertalen
- op examenkracht veel leesexamens oefenen
- naar de invest-uren komen 
- een nieuw examen dat je thuis kunt doen op papier (vandaag meenemen)
- veel thuis lezen in leesboeken 
- Engelse series en films kijken met Engelse ondertiteling en daarbij de woorden opzoeken die je niet kent
- een woordenboek aanschaffen (als dat nog niet is gebeurd)

Slide 7 - Slide

Vooraf:
- zorg dat je goed bent uitgerust
- dat je vooraf thuis voldoende hebt geoefend
- een Engels-Nederlands woordenboek en twee blauwe pennen bij je hebt!

Slide 8 - Slide

Start toets
Controleer altijd eerst:
- hoeveel teksten er zijn
- waar de tekst eindigt 

Slide 9 - Slide

Bij iedere tekst:
- Skim de tekst, kijk naar titel, eventueel een vetgedrukte inleiding, bronvermelding, plaatjes, etc.
- Ga na wat je zelf al van het onderwerp weet. Door je eigen kennis te gebruiken stel je je beter in op de tekst.

Slide 10 - Slide

MC-vragen
- Lees de examenvragen en lees aan de hand daarvan alinea na alinea door.
- Let extra op de eerste en laatste zinnen van de alinea. Hierin staat vaak de belangrijkste informatie.
- Let op de functie van verbindingswoorden zoals but, although, because, enz. Ze geven tegenstellingen, oorzaken, gevolgen, redenen, enz aan.
- Lees aan het eind als je tijd hebt de vragen en de antwoorden die je gekozen hebt een keer door. 


Slide 11 - Slide

MC-vragen
- De antwoorden staan in alfabetische volgorde dus het kan gebeuren dat je 6 keer achter elkaar A krijgt, puur toeval.
- Als maar een deel van het antwoord goed is, is het fout.
- 2 antwoorden vallen vaak al af omdat het ‘onzinantwoorden’ zijn.
- ook als je meteen weet dat antwoord A goed is moet je de andere antwoorden lezen. 



Slide 12 - Slide

Let op!
- Het goede antwoord is meestal een stukje uit de tekst in andere woorden.

- Schakel je eigen mening over het onderwerp uit. Je antwoord mag alleen uit de tekst komen!




Slide 13 - Slide

Open vragen
Open vragen worden altijd in het Nederlands beantwoord.

Tenzij je moet citeren of er duidelijk staat aangegeven dat je een Engels woord uit de tekst moet halen of in het Engels antwoord moet geven.

Slide 14 - Slide

Open vragen
- Beantwoord een vraag in kort en bondig Nederlands.
- Wees DUIDELIJK. ‘Ze doen dat’: Wie zijn ze? En wat is dat? 
- Lees de vraag en het antwoord nog eens door om te controleren of je echt wel antwoord op de vraag hebt gegeven.
- Beperk je antwoord tot datgene wat wordt gevraagd. Als er een reden gevraagd wordt en je geeft er meer, telt alleen de eerste reden. 

Slide 15 - Slide

Open vragen
- Houd je aan het maximaal aantal woorden.
- Bij citeren precies doen wat er staat. Niet meer of minder opschrijven. 
Bijv. ‘Schrijf eerste twee woorden van de zin op’:
The boys … the garden.           The boys were … in the garden
- Houd je aan de opdracht


Slide 16 - Slide

Ken je een woord niet?
Kijk eerst of je het woord kunt raden, kunt zien welke woordsoort het is etc.

Lukt dat niet?
- Gebruik je woordenboek pas als je het woord echt niet weet en daardoor een vraag niet kunt beantwoorden.
- De juiste vertaling is niet meteen het eerste woord dat je als vertaling tegenkomt in het woordenboek.
- Let op woordsoort.
- Kijk naar de voorbeeldzinnen, de combinaties met voorzetsels, enz.



Slide 17 - Slide

Gaten teksten
- Lees de hele tekst een keer door zodat je globaal weet waar hij over gaat.
- Lees de alinea waar het gat in voorkomt goed door. Soms heb je de informatie voor het gat nodig, soms erna, soms ook in de alinea die ervoor of erna komt.
- Probeer eerst zelf een Nederlands woord te bedenken dat in het gat past. Vergelijk daarna je antwoord met de gegeven Engelse antwoorden en kies het woord dat er het meest op lijkt.
- Controleer of de andere woorden echt fout zijn.

Slide 18 - Slide

Gaten teksten
- Als je het juiste antwoord niet kunt vinden neem je de afstreepmethode. Je streept de antwoorden weg die echt niet kunnen. 
- Zoek de overgebleven woorden eventueel op in het woordenboek als je genoeg tijd hebt.
- Lees daarna de hele tekst nog een keer door. Soms ga de tekst pas begrijpen als je verderop in de tekst komt. Misschien verander je hierdoor van gedachten over je eerste antwoorden.


Slide 19 - Slide

De toch-niet-aller-laatste-les-voor-het-examen quiz

Slide 20 - Slide

Er valt iets kleins te winnen...
De winnaar krijgt een Tony Chocolonely reep!





Slide 21 - Slide

Hoe spel je de naam van je Engelse docent?
A
Mevrouw Wijna
B
Mevrouw Weinia
C
Mevrouw Wijnia
D
Mevrouw Wijn

Slide 22 - Quiz

Wat MOET je meenemen naar het Engelse examen?
A
Nederlands-Engels woordenboek
B
Engels-Nederlands woordenboek
C
Helemaal niks, want ik ben eigenwijs en gun mezelf geen woordenboek.

Slide 23 - Quiz

Citeer de eerste twee woorden van de volgende zin: "Wishing you a bright and colorful future in which all your dreams come true"
A
Wishing you a bright and colorful future in which all your dreams come true
B
Wishing you ... come true.
C
Wishing you a ...
D
Wishing you ...

Slide 24 - Quiz

Koppel het signaalwoord aan de juiste vertaling
however
moreover
unless
instead
consequently
bovendien
als gevolg daarvan
echter, maar
in plaats van
tenzij

Slide 25 - Drag question

Wanneer vindt het Engelse examen plaats?
A
Dinsdag, 14 mei 2024 (de allereerste dag!)
B
Donderdag, 16 mei 2024
C
Woensdag, 22 mei 2024
D
Woensdag, 29 mei 2024 (de allerlaatste dag!)

Slide 26 - Quiz

Waar start je iedere tekst mee?
A
Dagdromen
B
Skimmen: titels, tussenkopjes, afbeeldingen, alles wat opvalt bekijken.
C
De tijd checken
D
Heel de tekst compleet lezen

Slide 27 - Quiz

Vertaal de volgende vraag: 'What is the main point of paragraph 5?'
A
Wat is het belangrijkste punt in alinea 5?
B
Wat is het punt van alinea 5?
C
Welk punt wordt niet gemaakt in alinea 5?
D
Is dat het punt van alinea 5?

Slide 28 - Quiz

Wat kun je doen om je nog verder voor te bereiden op het Engelse examen?
A
Veel oefenen + woordenschat uitbreiden
B
Niets doen en hopen voor het beste
C
Oefenen op Examenkracht
D
De woordenlijst + de veelgestelde vragen uit je hoofd leren.

Slide 29 - Quiz

Een inkoppertje: welke ondertiteling kun je het beste bij iedere Netflix serie en film aanzetten om te oefenen?
A
Nederlands
B
Engels

Slide 30 - Quiz

Hoeveel tijd nog over?
Geen tijd meer? Dan stopt de quiz hier.

Of nog meer dan 5 minuten over? Nog een aantal muziek- en Newmanvragen.

Slide 31 - Slide

De laatste praktische zaken...
- uiteraard blijf ik de komende weken (m.u.v. de meivakantie en de week erna i.v.m. verlof) bereikbaar voor alle mogelijke vragen die nog bij je binnenkomen.
- Neem AUB (PLEASE!) een Engels-Nederlands woordenboek, twee blauwe pennen en een markeerstift mee. 

Heeft iemand voor nu nog vragen?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

How many classrooms does the A-wing have?

Slide 34 - Open question

Mw. Raymakers
Mw. Wijnia
Mw. Bosma
Mr. Witteveen
Mw. Roovers
Mw. van Tilburg

Slide 35 - Drag question

Of which (disney & live action) movie is this the intro song? (just 2 initials)

Slide 36 - Open question

Listen to this five-song-
mash-up. Which of the
following singers did not
have a song portrayed in this
video?
A
Ariana Grande
B
Harry Styles
C
Shawn Mendes
D
The Weeknd

Slide 37 - Quiz

Who sings this song (in reverse)? (just 2 initials)


Slide 38 - Open question

Listen to Mrs. Bosma who is giving you the English lyrics of a Dutch song. Who is the Dutch artist of this song? (just 2 initials)

Slide 39 - Open question

What is the (full) title of this song?

Slide 40 - Open question

Who sings this song?
(just 2 initials)

Slide 41 - Open question

En de winnaar is...

Slide 42 - Slide

De laatste praktische zaken...
- uiteraard blijf ik de komende weken (m.u.v. de meivakantie en de week erna i.v.m. verlof) bereikbaar voor alle mogelijke vragen die nog bij je binnenkomen.
- Neem AUB (PLEASE!) een Engels-Nederlands woordenboek, twee blauwe pennen en een markeerstift mee. 

Heeft iemand voor nu nog vragen?

Slide 43 - Slide

Voor volgende les:
Kom met een plan! 

Wat gaan we nu woensdag doen?
- Ik ga met een groepje dat beter wil worden in tekstverklaren voor Engels (centraal examen) oefenen. 
- De rest mag leren voor de herkansingen, op één voorwaarde: je doet dit in stilte, ik heb geen last van je en je hebt materiaal van het vak bij waarvoor je wilt leren. Je hebt vooraf een plan voor welk vak je gaat leren! 

Slide 44 - Slide

Optioneel:
Meenemen: extra examen op papier.

Slide 45 - Slide

Slide 46 - Slide