This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom T2A
Log alvast in op Lessonup
Slide 1 - Slide
Hoe gaat het met je?
A
Goed
B
Slecht
C
Mwah
Slide 2 - Quiz
Hoeveel containers passen er op dit schip?
A
17.124 containers
B
18.124 containers
C
19.124 containers
D
20.124 containers
Slide 3 - Quiz
Hoeveel mensen waren er op 30 maart gevaccineerd
A
2.340.000 mensen
B
2.440.000 mensen
C
2.540.000 mensen
D
2.640.000 mensen
Slide 4 - Quiz
Wat bedoelt de politie met dit bericht?
A
Pas op dat je niet te lang blijft sparen
B
Pas op dat je je bank(gegevens) niet uitleent aan criminelen
C
Pas op dat je je geld niet te snel uitgeeft zoals een domme ezel
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Video
Programma
- Uitleg paragraaf 2.2
- Uitleg twee verwerkingsmethodes
Slide 7 - Slide
Redenen om te sparen
Sparen voor een doel (bijvoorbeeld een nieuwe mobiel)
Sparen uit voorzorg (wanneer je laptop kapot gaat)
Sparen voor rente (zodat je er rijker van wordt)
Slide 8 - Slide
Spaar jij, en zoja waarvoor?
A
Nee, ik spaar niet
B
Ik spaar voor een bepaald doel
C
Ik spaar uit voorzorg
D
Ik spaar voor rente
Slide 9 - Quiz
Rente
Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld
Slide 10 - Slide
Hoe rente berekenen?
Je hebt een spaarrekening met €640,-. Je krijgt 3,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je?
Slide 11 - Slide
Hoe rente berekenen?
Je hebt een spaarrekening met €640,-. Je krijgt 3,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je?
640 euro
100%
3,5%
Slide 12 - Slide
Hoe rente berekenen?
Je hebt een spaarrekening met €640,-. Je krijgt 3,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je?
640 euro
100%
1%
3,5%
Slide 13 - Slide
Hoe rente berekenen?
Je hebt een spaarrekening met €640,-. Je krijgt 3,5% rente per jaar. Hoeveel euro rente krijg je?
640 euro
6,40 euro
22,40 euro
100%
1%
3,5%
Slide 14 - Slide
Je hebt een spaarrekening met €860,-. Je krijgt 4,5% rente per jaar. Hoeveel rente heb je na een jaar?
Slide 15 - Open question
De geldfuncties:
geld als ruilmiddel
geld als spaarmiddel
geld als rekenmiddel
Slide 16 - Slide
Ramon heeft gezien dat een spelcomputer bij Amazon € 20 goedkoper is dan bij Bol.com.
A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel
Slide 17 - Quiz
Peter vergelijkt broeken online. Dezelfde broek is bij de ene winkel € 25,- goedkoper dan bij de andere winkel. Welke geldfuncties komen hier naar voren?
A
Ruilmiddel
B
Spaarmiddel
C
Rekenmiddel
Slide 18 - Quiz
Welke van de 3 geldfuncties herken je in het onderstaande voorbeeld?
Yara koopt voor € 80 een tweedehands fiets.
A
Rekenmiddel
B
spaarmiddel
C
Ruilmiddel
Slide 19 - Quiz
Verwerking paragraaf 2.2
Maak een reclamespotje (filmpje of geluidsspotje)
Maak de paragraaf
Slide 20 - Slide
Reclame maken
Kies uit: filmpje of een geluidsspotje voor de radio
Bedenk wat je wilt vertellen of laten zien: bijvoorbeeld hoe je kunt sparen, voor- en nadelen van sparen
Minimaal 2 begrippen uit de paragraaf moeten terugkomen