What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.8 Werkwoordspelling
Welkom bij deze les
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom bij deze les
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
- Leestekens (repetitie)
- Werkwoordspelling (repetitie)
- Aan de slag met opdrachten
Slide 2 - Slide
Leestekens
De punt, uitroepteken, vraagteken: einde van een zin
Komma:
- Tussen twee persoonsvormen
- Bij een opsomming
- Bij meerdere bijvoeglijke nw
- Aanhalingstekens: bij een citaat
Als ik naar school ga
,
geef ik het boek.
Dit is een auto, fiets, brommer en motor.
Ik heb een grote, dure, mooie auto.
Ze zei: "Morgen ga ik naar school."
Slide 3 - Slide
Welke zin, met komma, is juist geschreven?
A
Als, ik een vraag heb steek ik mijn hand op
B
Als ik een vraag heb, steek ik mijn hand op
C
Als ik een vraag heb steek ik mijn hand op,
D
Als ik een vraag heb steek, ik mijn hand op
Slide 4 - Quiz
Schrijf deze zin juist over. Dus met dubbele punt, aanhalingstekens en een vraagteken.
De vrouw vroeg waar is de supermarkt
Slide 5 - Open question
De vrouw vroeg
: "W
aar is de supermarkt
?"
Slide 6 - Slide
Hoofdletter
Bij persoonsnamen, plaatsnamen, aardrijkskundige namen, namen van organisaties.
Suus, Bart, Ermelo, Gelderland, de Veluwe, Nike, MediaMarkt.
Slide 7 - Slide
Schrijf de zin over met de juiste hoofdletters:
in 2005 werd suus geboren in duitsland, maar sinds vorig jaar woont ze in ermelo en werkt ze bij de bruna.
Slide 8 - Open question
I
n 2005 werd
S
uus geboren in
D
uitsland, maar sinds vorig jaar woont ze in
E
rmelo en werkt ze bij de
B
runa.
Slide 9 - Slide
Werkwoordspelling
- Tegenwoordige tijd: STAM+T > gebruik het WW 'lopen'
- Verleden tijd
- Voltooid deelwoord
Haal 'en' van de stam. Laatste letter...
... wel in 't x-kofschip? Dan een T!
... niet in 't x-kofschip? Dan een D!
't x-kofschip
Slide 10 - Slide
Hij (lopen) over
straat.
Slide 11 - Mind map
Zij (beantwoorden)
de vraag.
Slide 12 - Mind map
Klik de juiste werkwoordsvorm aan.
Suus is vorige week (verhuizen).
A
verhuist
B
verhuisdt
C
verhuisd
D
verhuizen
Slide 13 - Quiz
Klik de juiste werkwoordsvorm aan.
De leraar (beoordelen) het werkstuk.
A
beoordeelt
B
beoordeeld
C
beoordeeldt
D
beoordelen
Slide 14 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet op de puntjes?
Vorig jaar (doden) hij de inbreker.
A
dode
B
doode
C
doodde
D
doote
Slide 15 - Quiz
Opdrachten maken
Maak van H2.8
Opdracht 2 tot en met 7
Dit is huiswerk!
Slide 16 - Slide
More lessons like this
3.8 VD + Hoofdletters
February 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
3.8 VD - Hoofdletters
January 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Leestekens: van punt tot uitroepteken!
May 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Opdracht 3: Werkwoordspelling verleden tijd
November 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4
Test: leestekens + aanhalingstekens
September 2023
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Lager onderwijs
3.8 Werkwoordspelling
January 2021
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
3.8. Spelling - Ta!ent mavo 3
January 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
herhaling werkwoordspelling
November 2023
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3,4