This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
1. Terugblik
2. Uitleg les 55
3. Oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting --> Quiz-tijd!
Slide 2 - Slide
1. Terugblik
Slide 3 - Slide
Leg uit wat een bijvoeglijk naamwoord is. Leg ook uit wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is
Slide 4 - Open question
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De lelijke kast
B
De metalen kast
C
De grijze kast
D
De oude kast
Slide 5 - Quiz
Welk bijvoeglijk naamwoord is een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
rode
B
zachte
C
gouden
D
mooie
Slide 6 - Quiz
Wat is geen bijvoeglijk naamwoord?
A
groene
B
sterke
C
man
D
boze
Slide 7 - Quiz
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
museum
B
gesprek
C
beroemde
D
jongen
Slide 8 - Quiz
2. Uitleg les 55
Vervolg op les 54
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Zelfstandig werken
Wat?
Afmaken les 54 opdracht 1 t/m 6 en 8 en 9
Maak bij les 55 opdracht 1 t/m 7 op blz. 114 en 115.
Hoe?
Lees nog een keer de theorie op blz. 114.
Vragen? vraag eerst je buurman of buurvrouw voor hulp/uitleg.
Tijd?
Tot 13.15 uur.
Klaar?
Stillezen of huiswerk/leerwerk ander vak maken/leren.
Slide 17 - Slide
1. Maak de trap van van vergelijking af: Grof - ........ - grofst
Slide 18 - Open question
2. Maak de trap van van vergelijking af: Dromerig - dromeriger - ........
Slide 19 - Open question
3. Maak de trap van vergelijking af: ......... - creatiever - creatiefst
Slide 20 - Open question
4. Maak de onregelmatige trap van vergelijking af: goed - ........... - ..............
Slide 21 - Open question
5. De neutrale (gewone) vorm van het bijvoeglijk naamwoord heet 'de vergrotende trap'.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 22 - Quiz
De NIEUWE plant staat in de hoek van de kamer.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 23 - Quiz
Mijn zus koos het GROOTSTE stuk taart.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 24 - Quiz
Lola is veel BRAVER dan Lianne.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 25 - Quiz
Van deze leerlingen is Marvin het JONGST.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 26 - Quiz
Je hebt deze oefening GOED gemaakt.
A
stellende trap
B
vergrotende trap
C
overtreffende trap
Slide 27 - Quiz
Ik weet op welke manieren de trappen van vergelijking worden geschreven bij een bijvoeglijk naamwoord. (R)
😒🙁😐🙂😃
Slide 28 - Poll
Wat gaan we doen vandaag?
1. Terugblik
2. Zelfstandig werken
3. Stillezen
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Geef de vergrotende en overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord 'mooi'.
timer
0:30
Slide 33 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in: "Ik zoek ... (graag) informatie op Google scholar dan op Google."
timer
0:30
Slide 34 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in: "Elke dag de ... (heerlijk) recepten met de ... (vers) producten."
timer
0:30
Slide 35 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in: "Mijn fiets is al wat ... (oud) maar die van mijn broertje is het ... (verroesten)."
timer
0:30
Slide 36 - Open question
Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrotende of overtreffende trap in: "Hoe ... (vaak) je een woord achter elkaar uitspreekt, des te ... (raar) het gaat klinken."
timer
0:30
Slide 37 - Open question
Beschrijf je buurman/-vrouw met minstens 6 bijvoeglijk naamwoorden.
timer
2:30
Slide 38 - Open question
Zelfstandig werken
Wat?
Afmaken les 54 opdracht 1 t/m 6 en 8 en 9
Maak bij les 55 opdracht 1 t/m 7 op blz. 114 en 115.
Hoe?
Lees nog een keer de theorie op blz. 114.
Vragen? vraag eerst je buurman of buurvrouw voor hulp/uitleg.