1mh - préparation SO3 - 2425

• Frans
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

1mh - préparation SO3

- Voca ABEF

incl. kloktijden, dagen vd week

- verbes: être, avoir, ww -er

- Source H: bez vnw

op school

bijvoeglijke naamwoorden

werkwoorden

Vertaal:
Het is kwart voor negen.
il est .....

Vertaal:
Het is twaalf uur 's middags.
il est ......

Vertaal:
Om half elf = à ....

Mettez dans le bon ordrel. Begin met maandag.

__________

__________

__________

__________

__________

__________

__________

lundi

mardi

mercredi

jeudi

vendredi

samedi

dimanche

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn = ik ben, jij bent etc. )

Combineer de juiste vorm van être met het goede persoonlijk voornaamwoord

suis

es

est

sommes

êtes

sont

être = zijn (ik ben, jij bent etc.)

Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont

jij bent

Jullie zijn

hij is

ik ben

zij zijn

wij zijn

Vul de juiste vorm van être in:
Les profs (ils) ____ dans la classe.

Vul de juiste vorm van être in:

Vous _____ à la maison.

avoir=
hebben

COMBINEZ:

avoir: il,elle,on

avoir: nous

avoir: vous

avoir: ils,elles

avoir: tu

avoir: j'

avons

ont

ai

avez

as

a

j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp

Grammaire 'Avoir'  hebben (ik heb, jij hebt etc.)

ik heb

jij hebt

hij/zij/men heeft 

wij hebben

jullie hebben/ u heeft

zij hebben

Vul de juiste vorm van avoir in:
Tu _____ une maison.

Vul de juiste vorm van avoir in:
Harrie (il) _____ une soeur.

Je

Ils/elles

Vous

Nous

Il/elle/on

Tu

Verbes                -er        (regarder, parler, écouter, danser, jouer)

Verbes -er = regelmatig werkwoord op -er

Je haalt =er eraf en dan .....

-e

-ent

-ons

-es

-ez

-e

Verbes en -ER

ILS/ELLES

VOUS

NOUS

TU

JE

jouENT

jouEZ

IL

ELLE

jouONS

jouES

jouE

jouE

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Nous _____ (aimer) le français.

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Ils _____ (donner) le cadeau.

	Mnl.ev.	Vrl.ev.	Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar

Bezittelijk voornaamwoord

Ma

Mon

Mes

Ton

Ta

Tes

Son

Sa

Ses

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.

ONS/ONZE

JULLIE / UW

HUN

    nos

  votre

   leur

   notre

      vos

    leurs

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in.
Je cherche ____ (mijn) soeur.
Ik zoek mijn zus

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in.
il cherche _______ (zijn) frère.

Vul de juiste vorm van het bezittelijk voornaamwoord in.
La biologie est ____ (haar) matière préférée.
Biologie is haar lievelingsvak

1hv - préparation SO3

- Voca ABEF

incl. kloktijden, dagen vd week

- verbes: être, avoir, ww -er

- Source H: bez vnw