Vrijdag 2 september paragraaf 2.1 en 2.2

Welkom
Ga rustig zitten.

Je jas is aan de kapstok 
Je telefoon in je tas of telefoonzak.
Je heb je boek 3A op tafel liggen.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Ga rustig zitten.

Je jas is aan de kapstok 
Je telefoon in je tas of telefoonzak.
Je heb je boek 3A op tafel liggen.

Slide 1 - Slide

5e uur

- uitleg van het PTA
- werkwijze van economie
- uitleg van ruilen en functies van geld. 
- uitleg van soorten geld en arbeidsverdeling
- zelfstandig werken

6e uur

- verder met paragraaf 2.1
- examenvragen
- uitleg van debet- en creditsaldo
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je/kan je:
- uitleggen wat functies van geld zijn
- uitleggen welke soorten geld er zijn
- uitleggen wat arbeidsverdeling is
- uitleggen wat debet- en creditsaldo is.
- rekenen met het debet- en creditsaldo

Slide 3 - Slide

PTA
Periode van Toetsen en Afsluiting

 Hieronder vallen: toetsen, mondeling en praktische opdrachten.

Al je cijfers tellen al mee voor je examen.
Laten we het PTA eens bekijken



Slide 4 - Slide

Werkwijze economie
Les op maandag het 6e uur, donderdag het 5e uur en vrijdag het 5e en 6e uur

Elke vrijdag oefenen we met examenvragen, dit gebeurd klassikaal.

Het tempo is ongeveer 1 paragraaf per les. Let op, bij een blokuur dus 2 paragrafen.

Elke week leer je iets nieuws.

Slide 5 - Slide

Ruilen
Directe ruil : 
je doet meteen iets voor een ander en krijgt daar wat voor terug.

 

Indirecte ruil: je doet je werk (baan) en krijgt daar geld voor. Met dat geld kun je dan dingetjes ruilen.

Slide 6 - Slide

Functies van geld
Ruilmiddel: je geeft geld in ruil voor een product of dienst.


Rekenmiddel: je geeft de waarde van een product met geld aan.

Spaarmiddel: je kunt je geld sparen om later iets van te kopen

Slide 7 - Slide

Noem de 3 functies van geld
timer
0:30

Slide 8 - Open question

Arbeidsverdeling
Geld maakt het mogelijk voor mensen om te doen waar ze goed in zijn.

 Als jij goed bent met computers, dan wil je daar later je geld mee verdienen en mensen mee helpen

Slide 9 - Slide

2 soorten geld
Chartaal geld: dit is contant geld, geld wat je kunt vastpakken


Giraal geld: dit is geld wat digitaal rond gaat, dus bijvoorbeeld via de bank.

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken

Maken paragraaf 2.1 van boek 3A

Slide 11 - Slide

Examenvragen
Alles wat je leert bij economie kan op het examen voorkomen.
Daarom krijg je elke week examenvragen.
Dat kan variëren van 1 vraag tot 4 vragen.

Je kunt er punten mee verdienen. Degene met de meeste punten krijgt voor de herfstvakantie een traktatie.

Je mag samenwerken, tot maximaal 4 personen. De score houd ik bij in Excel

Slide 12 - Slide

Examenvraag
Jullie krijgen vandaag 1 examenvraag.

Dit is een meerkeuzevraag via Lessonup.

Als je wilt samenwerken, geef dat dan nu aan met wie. 

En wie antwoord geeft van jullie groepje in Lessonup.

Slide 13 - Slide

Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) publiceert al jarenlang gegevens over zakgeld aan jongeren. Enrico vergelijkt zijn zakgeld met het gemiddelde zakgeld van zijn leeftijdsgenoten.

Gebruik bovenstaande tekst.
Van welke functie van geld is sprake bij Enrico? Je krijgt hiervoor 1 punt
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel
D
Geldmiddel

Slide 14 - Quiz

Debet- en creditsaldo
In paragraaf 2.2. wordt er gesproken over het debetsaldo en het creditsaldo.​

Je gaat in tweetallen uitzoeken wat dit betekent en hoe je het debet- en creditsaldo kunt berekenen.​

Na 5 minuten vraag ik een tweetal het uit te leggen voor het bord.​
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Manieren van betalen
Contant geld
Creditcard​​
Betaalpas en geldautomaat​
Betaalpas en betaalautomaat​
Mobiel​
Horloge

Wat zou het verschil zijn tussen een geldautomaat en een betaalautomaat?

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Maken van paragraaf 2.2 bladzijde 50 en 51

Slide 17 - Slide

Afsluiting van de les
Je krijgt een kaartje, schrijf op het kaartje een begrip of een rekenonderdeel wat je nog niet begrijpt van deze les.


Slide 18 - Slide