het werkwoord zonder -en
bijvoorbeeld het werkwoord denken
Stam = denk
This lesson contains 4 slides, with text slides.
WERKWOORDSVORM
ik : stam wij : stam + en
jij/u : stam + t jullie : stam + en
zij/hij : stam + t zij : stam + en
Kijken
ik kijk (kijk is stam) wij kijken (stam + en)
jij/u kijkt (stam + t) jullie kijken (stam + en)
zij/hij kijkt (stam + t) zij kijken (stam + en)
De vorm van het werkwoord die bij de persoon hoort.
Voorbeeld: Hij slaapt in zijn bed. Slaapt is de persoonsvorm.
Ik slaap in mijn bed. Slaap is de persoonsvorm.