Hoofdstuk 9

§9.2 Hoe onveiligheid en criminaliteit ontstaan
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

§9.2 Hoe onveiligheid en criminaliteit ontstaan

Slide 1 - Slide

Pagina 171
Criminaliteit
  • Criminaliteit is gedrag dat door de overheid wettelijk strafbaar is gesteld. 
  • Sociale controle is belangrijk voor de binding in de samenleving en kan zorgen voor het voorkomen van crimineel gedrag. 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soorten criminaliteit
  1. Geweldsdelicten
  2. Delicten tegen openbare orde en gezag
  3. Vernieling
  4. Economische delicten
  5. Vermogenscriminaliteit
  6. Verkeersdelicten
  7. Drugsdelicten
  8. Milieudelicten
  9. Verboden wapenbezit

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Criminaliteit is relatief

Voorbeeld tijd: vroeger was euthanasie strafbaar in Nederland 
 
Voorbeeld land: In Thailand is het gebruik en bezit van wiet strafbaar, in Nederland niet. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Manieren om criminaliteit te meten 
1. Politiestatistieken 
Cijfers over strafbare feiten die bekend zijn bij de politie 
2. Slachtofferonderzoek 
Mensen ontvangen bijvoorbeeld een enquête waarin ze kunnen aangeven of ze slachtoffer zijn geweest van bepaalde misdrijven 
3. Daderonderzoek
Hierbij ontvangen mensen ook een enquête, maar kunnen zij zelf invoeren of ze wel of niet een delict hebben gepleegd 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Criminologische theorieën
  1. Gelegenheidstheorie
  2. Rationele keuzetheorie
  3. Anomietheorie
  4. Etiketteringstheorie 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gelegenheidstheorie en rationele keuze theorie
Rationele keuzetheorie = een kosten-batenafweging maken voor gedrag. Wat levert het mij op, en wat kost het mij?
Gelegenheidstheorie = kosten-batenafweging plus de omstandigheden van de dader

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gelegenheidstheorie
Het niveau van de criminaliteit wordt bepaald door de aanwezigheid van potentiële daders, de aanwezigheid van  geschikte doelwitten en de afwezigheid van voldoende sociale bewaking.

Slide 8 - Slide


p.173
Bindingstheorie
Sterke verbinding met een (sociale) groep remt de neiging tot crimineel gedrag. De remming wordt verklaard door de kans op verlies van de bindingen.
Deze theorie sluit aan bij het belang van formele en informele sociale controle

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Informele sociale controle
Dit vindt plaats wanneer groepsleden elkaar wijzen op de waarden en normen van de groep.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Formele sociale controle
Dit vindt plaats wanneer mensen vanuit hun beroep of functie anderen op de regels wijzen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Anomietheorie
Criminaliteit kan worden beïnvloedt door omgevingsfactoren (nurture). De sociale druk om algemeen aanvaarde doelen te bereiken leidt ertoe dat mensen de wetten kunnen gaan overtreden.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Etiketteringstheorie
Het idee dat iemand zich gaat gedragen naar het etiket dat op een bepaalde groep wordt geplakt. 
Bijvoorbeeld: door racisme worden in Amerika zwarte Amerikanen sneller als crimineel bestempeld dan witte Amerikanen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke veranderingen
  • Individualisering zorgt voor minder sociale controle en traditionele sociale bindingen.
  • Ook is er sprake van informalisering: verhoudingen tussen mensen worden minder hiërarchisch, formeel.
 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Maatschappelijke veranderingen
Verschillende factoren zorgen voor de bevordering van criminaliteit:
  • Minder sociale cohesie
  • Meer groepsvorming en integratie in ‘criminele (jeugd)groepen’
  • Meer losse gezagsverhoudingen
  • Meer ongelijkheid

Slide 15 - Slide

This item has no instructions