kijk en luistertoets

1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This lesson
1) Woots
3) Practise kijk en luistertoetsen

Slide 2 - Slide

Kijk en luistertoets


Deze week gaan we voor de  kijk en luistertoets oefenen.


Slide 3 - Slide

inloggen in woots

Slide 4 - Slide

Tips bij een luistertoets
Lees eerst de vraag en de antwoorden.

Bedenk hoe je dit zou zeggen in het Engels.

Gebruik de pauzes om opnieuw vragen en antwoorden te lezen.

Slide 5 - Slide

meer tips
 Kijk en Luistertoets

  • Pre-listening?
  • During listening?
  • Post-listening?
Tips and Tricks?

Slide 6 - Slide

Pre listening
Lees de vragen en de antwoorden

  • Wat weet je al over het onderwerp
  • Welke antwoorden zijn logisch
  • Hoe zou je dit zelf zeggen in het engels

Slide 7 - Slide

During listening
  • Luister naar signaal woorden
  • Als je het antwoord weet blijf luisteren voor extra bevestiging

Slide 8 - Slide

Post listening
Geef zo snel mogelijk het antwoord ook als je het niet zeker weet en lees de volgende vraag

Slide 9 - Slide

Practise makes perfect
Er zijn veel manieren om de vaardigheid in het luisteren van Engels te verbeteren. Het is namelijk belangrijk om een goede woordenschat te hebben en om de tekst te begrijpen ondanks dat er snel gesproken wordt. Enkele manieren om dit te oefenen, zijn:

  • Televisie: Kijk en luister naar Engelstalige programma’s op bijvoorbeeld de BBC, CNN of MTV
  • Films : Laat de ondertiteling van een Engelstalige film of serie weg of zet de ondertiteling in het Engels in plaats van Nederlands.
  • CD / muziek: Zoek bij jouw favoriete nummers de tekst en probeer deze mee te zingen en te begrijpen.
  • Radio: Luister naar Engelstalige radiozenders, zoals van de BBC of BBC World Service.
  • Internet: Kijk filmpjes die jij leuk vindt op YouTube en maak gebruik van sites die oefenmateriaal aanbieden.

Slide 10 - Slide

Vragen volgend fragment
Waarom zijn ze verdrietig als ze de foto hebben gemaakt?

Hoe vaak hebben ze die dag al een foto gemaakt?

Wat betekent 'Whatever life throws at you'?


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Waarom zijn ze verdrietig?
A
Ze zijn nog nooit met z'n allen bij elkaar geweest.
B
Er gaan mensen weg
C
Vanwege een begrafenis

Slide 13 - Quiz

Hoe vaak hebben ze de foto al gemaakt?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 14 - Quiz

Wat betekent 'Whatever life throws at you'?
A
Alles kan je plannen.
B
Genieten van wat er komt.

Slide 15 - Quiz

Ex 1:
You are going to watch a short documentary about Imogen.
A young girl from the UK who finds herself homeless.

Slide 16 - Slide

Pak pen en papier
-Je gaat luisteren en kijken naar een 8 minuten durend film fragment en daarna beantwoord je 5 vragen.
- Maak aantekeningen zodat je de vragen kunt beantwoorden. Je weet dus niet van te voren wat belangrijk is.

Slide 17 - Slide

6

Slide 18 - Video

00:50
Waarom is Imogen weggelopen van huis?
A
Ze doet mee aan een experiment
B
Ze heeft een slechte relatie met haar moeder
C
Ze heeft een hekel aan het huis waar ze in woont.

Slide 19 - Quiz

01:33
Waar heeft Imogen op dag 3 naar gezocht?

Slide 20 - Open question

02:35
Wat deden de ouders van een familie toen ze Imogen op de straat zagen zitten?
A
Ze gaven haar eten
B
Ze lieten haar beter voelen over zichzelf
C
Ze lachten haar uit
D
Ze gingen aan de andere kant lopen

Slide 21 - Quiz

04:34
Wat zegt Imogen over de plaats waar ze vannacht mag slapen?
A
De mevrouw waar ze slaapt is erg aardig en ze voelt zich veilig
B
Ze had liever in een Hostel geslapen, maar is blij met de plek
C
Ze hoopt dat ze morgen op een andere plaats kan slapen

Slide 22 - Quiz

06:37
Wat gebeurde er nadat Imogen in de rivier had willen springen?
A
Ze werd op een wachtlijst geplaatst voor dakloze jongeren
B
Ze werd aan haar lot over gelaten door omstanders
C
Ze werd door haar moeder opgehaald en ging naar huis
D
Ze werd opgepakt en onderzocht op een psychiatrische afdeling

Slide 23 - Quiz

08:50
Wat vergeet Imogen vaak als ze nu het huis uit gaat
A
Haar rugzak
B
Geld
C
Sleutels
D
Paspoort

Slide 24 - Quiz